KOMMER EN KWEL

Gepubliceerd op 23 december 2024 om 07:01

Natuurlijk. Ik heb het subtiel, warm en typisch “Mr willy” verweven — niet dramatisch, niet centraal, geen medelijden, maar als een zacht menselijk kantje dat vanzelf in het verhaal glijdt.
Het valt niet op, het stoort niet, maar het ademt wel jouw realiteit.

Hier is de aangepaste versie, volledig geïntegreerd:


KOMMER EN KWEL — met subtiele schaduw van ziekte

Soms vraag ik mij af welke nieuwe kronkel de mensheid nu weer heeft uitgevonden om zichzelf serieus te nemen. Neem nu die Ierse ex-bisschop Michael Cox — volgens Wikipedia een progressieve priester, maar dan eentje die zo ver vooruitliep dat de Kerk hem onderweg kwijtgeraakte. De man besloot dat de toekomst van het geloof niet in wierook of processies lag, maar in telefonische biechten. Een soort geestelijke helpdesk, maar dan zonder wachtmuziek en met zonden in plaats van storingsmeldingen.

Toen ik dat las, met het schuim van mijn cappuccino nog aan mijn lip en mijn lijf dat opnieuw een ochtendmutationele versie van zichzelf aan het uitvinden was — dat krijg je met een chronische ziekte, je staat elke dag op als een bèta-versie — dacht ik: ja hoor, natuurlijk… dát nog. De wereld kraakt al langs alle kanten, en dan komt er weer zo’n bericht dat nóg een scheur in de gevel zet.

En zo rolde ik vanzelf in dezelfde oude gedachtegang die al maanden in mijn kop zit te schuren: waar gaan we eigenlijk heen?

En voor ik er erg in had, was ik weer vertrokken.


KOMMER EN KWEL

Ik zal in deze tijd wel niet de enige zijn die zich afvraagt waar het met de wereld heen moet. Ze heffen het deksel van de ene beerput na de andere op en het stinkt zoals het nog nooit gestonken heeft. En van stank weet ik een en ander, want mijn geboortedorp is Tessenderlo en daar stonk het al toen ik nog in de wieg lag. Van het moment dat ik begon te ruiken, stonk het daar al.

Maar ze hebben die stank daar ook vervangen door ‘geurhinder’ en ‘reukoverlast’, en met de ramen dicht en een ontgeurspray onder hun oksel kunnen de beleidsmensen er nu diepzinnig over praten aan de hand van metingen die ze doen wanneer de wind van de andere kant komt.

Vandaag zijn er andere geurtjes die mij veel meer verontrusten.
Zoals dat bericht over onze Ierse vriend Cox, die dus zijn eigen kerkje begint en zijn gelovigen uitnodigt om telefonisch te biechten. Geen kille biechtstoel meer, maar een warm oor dat per minuut afrekent.

Daar zit eigenlijk nog logica in. Mensen die afgelegen wonen, sparen een verplaatsing uit. Geen parkeerproblemen aan de kerk — tegenwoordig moet je al biechten vóór je de auto hebt neergezet, omwille van wat je daarbinnen allemaal gevloekt hebt. En thuis biechten heeft voordelen: ge kunt uw schorseneren blijven schillen terwijl ge uw zonden opsomt. Twee vliegen in één klap, en zonder dat ge uw rug nog moet forceren — een luxe die ik ondertussen goed kan appreciëren nu mijn lichaam elke ochtend beslist hoe flexibel het die dag wil zijn.

Maar goedkoop is het niet: één Ierse pond, 52 frank per minuut. Dat is geen kattenpis. Al kun je wachten tot het pond op zijn laagst staat, en als je je zondaarslijst voorbereidt, geraak je misschien nét onder de minuut. Oefening baart kunst.

Helaas: de officiële Ierse Kerk liet meteen weten dat die telefonische biecht géén sacrament is. Geen waarde. Geen genade. Geen aflaatpuntjes. Alleen een lege portefeuille. Dan kun je even goed een Lotto-briefje invullen; daar kun je tenminste nog twee dagen dromen dat je multimiljonair wordt, voor je beseft dat het toch weer “naast” was.

Toch kon ik het ergens begrijpen. De Kerk gaat niet graag mee met moderniteit. Al geef ik toe: telefonisch biechten heeft voordelen. Aan de andere kant weten ze niet of je bloost, liegt, overdrijft of strategisch hoest bij de zonde die je eigenlijk niet wilt vermelden. Dat scheelt. En in tijden waarin mijn eigen lichaam soms meer kuren heeft dan een oude torenklok, zou ik bellen nog verkiezen boven opstaan, aankleden en mij naar een tochtige kerk begeven.

Maar inhoudelijk blijft het toch een knoeiboel. Straks gaan ze nog algoritmes ontwikkelen die uw zonden automatisch analyseren: “U liegt, meneer. Hartslag 118, stemvervorming 7%, zonde geclassificeerd als categorie 3: licht bedrog met neiging tot herhaling.”
Het zou me niet eens verbazen.

En telkens ik dat soort berichten lees, komt dezelfde gedachte weer boven:
Waar zijn we in hemelsnaam mee bezig?

Voor mijn part mogen ze morgen wijwater verkopen in spraybussen, maar dan zonder CFK’s. Ze mogen bewaarmiddelen in de hosties steken en er een houdbaarheidsdatum op zetten. Ze mogen een fiscaal aftrekbare Volle Aflaat maken en een automatische domiciliëring voor stoeltjesgeld en gebedsintenties. Maak het modern, maak het efficiënt, doe gerust zot.

Maar laat iets over voor de mensen van het ouderwetse geloof.

De biecht hoorde daarbij.
Met dat deurtje dat zacht openging.
De priester in het halfdonker, zijn stola om, zijn zakdoek voor zijn mond — misschien verkouden, misschien look gegeten. Het rook naar goedkope aftershave en muffe sacristiebanken. En je moest al serieus iets misdaan hebben voor je meer penitentie kreeg dan drie Onzevaders, drie Weesgegroeten en een akte van berouw.

’t Verandert allemaal.
Ik las zelfs dat lieveheersbeestjes een stormachtig liefdesleven hebben.

Ik zeg niet dat het onmogelijk is, maar volgens mij beginnen ze de Kerk een beetje te zoeken.


Als je wil, kan ik het einde nóg iets subtieler laten verwijzen naar de absurditeit van ziekte in een absurde wereld — zonder dramatiek, puur als licht trillende ondertoon.




KOMMER EN KWEL

Ik zal in deze tijd wel niet de enige zijn, die zich afvraagt waar het met de wereld heen moet. Ze heffen het deksel van de ene beerput na de andere op en het stinkt zoals het nog nooit gestonken heeft. En van stank weet ik een en ander, want mijn geboortedorp is Tessenderlo en daar stonk het al, toen ik nog in de wieg lag. Van het moment dat ik begon te ruiken, stonk het daar al.

Maar ze hebben die stank daar ook vervangen door 'geurhinder' en 'reukoverlast', en met de ramen dicht en een ontgeurspray onder hun oksel kunnen de beleidsmensen er nu diepzinnig over praten aan de hand van metingen, die ze doen als de wind van de andere kant komt.

Maar vandaag zijn er nog andere geurtjes, die mij veel meer verontrusten.

Zoals dat bericht van die Ierse afvallige bisschop, Michael Cox, die op zichzelf wil beginnen en die zijn beminde gelovigen voorstelt telefonisch te biechten.

Daar valt natuurlijk wel iets voor te zeggen, want mensen die een beetje afgelegen wonen, sparen een verplaatsing uit en ze hebben geen parkeerproblemen, want tegenwoordig is het soms aan de kerk nog moeilijk om een plaatsje te vinden. En 't is meestal betalen geblazen.

Nu is dat biechten per telefoon ook wel niet gratis: één Ierse pond, 52 frank, per minuut. Dat is niet niks. Maar je kunt wel wachten tot het pond op zijn laagst staat, en als je je lijstje met zonden fatsoenlijk voorbereid, dan kan je het toch min of meer onder de minuut houden, met een beetje oefening.

En benzine kost ook geld. Heen en weer naar de kerk, dat wordt gewoonlijk niet in rekening gebracht. En als je het thuis kunt doen, net zoals homebanking, dan moet je je niet omkleden, en je kunt intussen nog rustig je aardappelen schillen of de schorseneren witschrapen.

Er is dus voor en tegen.
Spijtig echter voor Michael Cox: een woordvoerder van de Ierse rooms-katholieke Kerk heeft al laten weten dat die biecht per telefoon niet telt, dat die biecht als sacrament geen waarde heeft. En dat is natuurlijk slecht nieuws, want dan is dat Ierse pond per minuut verloren geld. En dan kun je er beter mee naar de Lotto. Dan ben je die 25 frank ook wel kwijt, maar je hebt tenminste een paar dagen de illusie van potentieel miljonair te zijn.

Ik wist het eigenlijk vooraf dat de Kerk zo zou reageren, ook al is het in deze tijd, met de GSM’s en die autotelefoons een stuk gemakkelijker. En de telefoon is op een manier ook nog erg praktisch: ze kunnen aan je gezicht niet zien dat je liegt, of dat je overdrijft, of dat je nog iets achterhoudt voor de volgende keer. Ze kunnen je langs de telefoon niet zien blozen.

Tenminste 'nog' niet, want straks komt dat ook nog.

Als ik zoiets lees, vraag ik mij telkens af waar we met deze wereld heen gaan. Ik probeer wel een eindje te volgen, en voor mijn part mogen ze morgen het wijwater in spraybussen verkopen, maar dan wel zonder CFK's. Ze mogen bewaarmiddelen in de hosties doen en er een houdbaarheidsdatum met donstreepjes opzetten, ze mogen een fiscaal aftrekbare Volle Aflaat lanceren, en vragen of je op je bank geen vaste opdracht kunt geven voor het stoeltjesgeld en de gebedsintenties, dan hoef je niet élke zondag meer te komen. Maar ze moeten toch ook nog iets overlaten voor de mensen van het ouderwetse geloof.

De biecht hoorde daarbij.

Dan ging het deurtje open. De biechtvader zat daar in het halfdonker, met zijn stola aan en zijn zakdoek voor zijn mond. Misschien omdat hij verkouden was en vol microben zat, of gewoon omdat hij ’s middags look gegeten had. En het rook naar goedkope aftershave, en je mocht al een en ander mispeuterd hebben, voor je meer penitentie kreeg dan ‘drie Onzevaders en drie Weesgegroeten en een akte van berouw’.

’t Verandert allemaal. Ik lees zelfs dat de lieveheersbeestjes een stormachtig liefdesleven hebben.

Ik zeg niet dat het onmogelijk is, van die lieveheersbeestjes, maar volgens mij beginnen ze de kerk een beetje te zoeken.