Potlood van een dichter

Gepubliceerd op 22 juli 2024 om 11:23

De potlood van een dichter.

Haar geduld was op en ze raakte gefrustreerd. Al dagen lang had ze al geen gedicht afgekregen, en geen oog dicht gedaan. Vroeger kwamen de gedichten maar binnen stromen en stopte haar inspiratie niet. Maar nu.. nu lukte het gewoon niet meer. Het wou niet meer, haar woorden raakten op en haar gedachten vlogen door elkaar. Er was geen kleur, geen lied, geen bloem, geen liefde die haar vingers een gedicht lieten maken. Misschien dat het kwam omdat het nu móet. Haar eerste bundel waren haar mooiste gedichten wie ze al gemaakt had. Marko van bakker las een gedicht en wou toen wel een bundel van haar uitgeven. Het verkocht goed dus wil hij er nu nóg een uitgeven. Ze had nog gedichten maar niet genoeg. Hij had gezegd tegen haar dat ze nog 13 gedichten maken moest en dat dan de bundel kon worden verkocht. Maar juist nu, nu het móest lukt het niet. Ze liep heen en weer en dreunde een paar woorden op: ‘’ Een klein beetje liefde. Een klein beetje aandacht. Een paar lippen waar ik naar smacht.’’ Haar ogen werden groter en ze vond het wel wat. Ze liep snel naar haar bureau, pakte potloot en papier en schreef het op. Ze tikte zenuwachtig op haar papier en schreef snel verder. Het leek wel alsof haar gedachtes zich op het papier naaiden.

Een klein beetje liefde,
Een klein beetje aandacht,
Een paar lippen waar ik naar smacht.

Een klein beetje geluk,
Een klein beetje zonnestraal,
Dat willen we toch allemaal?

Een kleine hand,
…
Die mijn pech doet laten weg gaan.


Ze gooide haar potloot gefrustreerd op de grond. Dat gebeurde telkens weer. Telkens een zinnetje wat er niet uit wil komen rollen. Maar een paar letters die zich niet tot woorden willen laten vormen. Ze fluisterde nog even na: ‘’Gaan.. waan, gedaan, bestaan, baan, klaan.’’ Ze lachte een beetje. ‘’Klaan, klaan is niet eens een woord. Maar bestaan dat kan misschien wel eens iets zijn! Een kleine hand, een klein bestaan. Oooh yeah!’’ En toen realiseerde ze zich dat ze weer eens tegen haar zelf aan het praten was. Ze raapte haar potloot weer op en gumde de drie puntjes weer weg.

Een kleine hand,
Een klein bestaan,
Die mijn pech doet laten weg gaan.


‘’Náh.., nog maar 12 te gaan.’’ Zei ze sarcastisch. Ze leunde achterover op haar bureaustoel en sloot haar ogen, ademde diep in en toen weer uit, opende haar ogen weer en stond op. ‘’Aalright!!’’ juichte ze een beetje, trok haar blauwe jack aan, keek nog even in de spiegel en haar mooie roze lippen vormde een glimlach. Ze pakte haar sleutel van de spijker, deed de deur los en stapte naar buiten. Ze was al twee dagen niet buiten geweest. Dat kwam omdat er maar geen gedicht uit wou komen en ze had gezegd dat ze niet zal rusten tot er een gedicht klaar was. Ze wil geen leugenaar genoemd worden dus hield ze zich aan haar woord. Ze pakte haar mobiel uit haar broekzak. Het was al weer vier uur in de middag. Ze schreef snel een smsje ondertussen ze naar het huis van Ruud liep. Ze schreef: ‘’Hey, heb nu een gedicht klaar ik neem even pauze en ga om 8 uur weer verder. X Lydia’’ en stuurde het smsje naar Marko. Ze stond voor de deur van het huis van Ruud en belde aan. Ze lachte een beetje in zichzelf hij heeft nog steeds een kerst liedje als bel terwijl het al weer juni is. De deur ging open en daar stond Ruud. ‘’Heeyy!!, Lilly eindelijk je gedicht af?’’ hij stapte naar buiten en gaf haar een stevige knuffel. Ze hebben geen relatie zijn geen familie en ook geen collega’s. Hoe ze elkaar kennen weten ze niet meer.