DEEL 2 — HET VUUR VAN HESTERATH
De aankomst op het domein van Timorath
Ze kwamen niet leeg.
Geen enkele wolf arriveerde met lege klauwen,
want wie antwoordt op een roep die uit het merg komt,
weet dat je niet alleen jezelf meebrengt,
maar ook wat je onderweg hebt geleerd te bewaren.
En zo, toen zij het domein van Timorath betraden,
het land waar water en land elkaar niet bevechten maar verdragen,
legden zij hun gaven neer rond het vuur
zoals wolven dat doen: zonder woorden, maar met gewicht.
---------
Schaduwlicht en IIzerhuid (Alexeduard) : Worstenbroodjes, mosterdsoep, prei-courgettesoep
Schaduwlicht legde brood van het ingesloten vlees neer —
warme bundels deeg,
gevuld met langzaam gesneden prooi,
gekruid zoals men dat alleen doet
wanneer wachten geen vijand is
maar een vorm van zorg.
IJzerhuid zette er gele waaksoep bij,
scherp als een opgestoken oor in de nacht,
mosterdwarm, dragend,
een soep die wakker houdt zonder te verbranden.
Daarnaast schonk hij groene rustdrank —
getrokken uit prei en courgette,
zacht van smaak,
bedoeld voor wolven
die niet alles tegelijk kunnen dragen.
Hun gaven spraken van zorg die blijft,
van voedsel dat niet dwingt maar ondersteunt,
ook wanneer de storm zich opnieuw aandient.
------------
Josual – Ddwegermee ?????
-----------------------
Sterrenhuid (Hompiegompie) : Frisse groene salade
Uit het land waar de nacht nog meeloopt,
bracht zij blad van de eigen grond.
Niet geplukt uit noodzaak,
maar gekozen met oog en hand,
gekweekt onder haar eigen maan,
in aarde die zij kende
zoals men een vertrouwde rug kent.
Groen en levend,
gesneden bij het eerste licht,
nog dragend dauw,
nog fluisterend van sterren die pas loslieten.
Samengebracht tot een schaal
die niet vult om te verzwaren,
maar opent —
zoals frisse lucht opent
na een lange adem.
--------------------------
Framlicht ?????
----------------------
Friorunn (Frie) : Risotto
Uit het noorden kwam zij met korrelvuur van het stille land.
Zij had de rijst gekozen
die groeit waar water blijft hangen
en aarde niet haastig is.
Ze had bouillon getrokken
uit wortel en ui,
uit schil en rest
die anders vergeten worden,
zoals men leert bewaren
wat nog kracht draagt.
Lang stond zij bij het vuur.
Niet om te haasten,
maar om te luisteren.
Ze liet de korrels eerst zingen in vet,
tot ze glansden als natte stenen,
en voedde ze daarna
lepel na lepel
met warme bouillon,
tot elke korrel wist
waar hij hoorde
en geen enkele meer alleen was.
Dit was voedsel dat geen snelheid duldt,
gemaakt met armkracht en aandacht,
voor wie volhoudt,
voor wie begrijpt
dat geduld geen zwakte is
maar een aangeleerde vorm van moed.
------------------------
Gerdwyn en Tjerrik ( Gerda55) : Friese oranjekoek
Uit het vlakke noorden brachten zij zonkoek van het Rijpwoud.
Niet gekocht,
maar gemeten, gewogen,
gemaakt met handen die weten
hoe meel zich gedraagt
wanneer wind vrij spel heeft.
Het graan was gemalen
uit korrels die rijpten
onder een open hemel,
de boter zacht geworden
zonder haast,
de geur van citrus
zorgvuldig toegevoegd —
niet om te overheersen,
maar om licht vast te houden
in deeg.
De koek werd langzaam gebakken
in een oven die warmte kent,
niet fel,
maar dragend,
tot de korst stevig werd
en het binnenste zacht bleef,
zoals men hoopt
dat mensen ook mogen blijven.
Dit was voedsel van herinnering,
gemaakt voor lange tafels
en stille nablijven,
een koek die zegt:
wij zijn hier geweest
en wij zijn gebleven.
----------------------------
Zilverveer en Wolfrust (Hebe)
-------------------------
Manora (MKI)
------------------------------
Duinmaan ( Mariekemaria) : Fruitsalade
Van de kust bracht zij gesneden vrucht van zon en zout.
Niet geplukt in overvloed,
maar verzameld met het oog
van iemand die weet
hoe snel iets kan vergaan.
Vruchten die rijpten
onder open hemel,
gekozen op geur en veerkracht,
gesneden met een mes
dat niet dwingt
maar volgt.
Ze mengde zoet met fris,
niet om te verrassen
maar om balans te bewaren,
zoals de zee dat doet
wanneer zij terugtrekt
na een brekende golf.
Dit was voedsel dat verfrist
zonder te verlichten,
dat zoetheid biedt
zonder te verdoven.
Een schaal voor wie even wil lachen,
of de zwaarte van het vuur
kort van zich af wil spoelen
zonder het te ontkennen.
------------------------------------
Stormpoot (MrWilly) Ambachtelijke kipsla kip-ei-champignons-mayonaise-mosterd)
en ei-spek-sla EN KRIEKENCAKE + CAVA
Uit Wommelgem kwam hij
met handenvoer van de oude penwolf.
Hij had niets gejaagd
en toch was alles bevochten.
Wat hij bracht, was gemaakt aan tafel,
tussen herinneringen en pauzes,
met handen die soms twijfelen
maar nooit loslaten.
Hij begon met gevogelte in bindende saus.
Kip, langzaam gegaard,
uit elkaar gehaald
zoals men zinnen uit een hoofd peutert
dat niet altijd meer meewerkt.
Hij voegde ei toe,
voor stevigheid,
champignons uit de bosrand
voor diepte,
en bond alles samen
met mosterd en zachte vetten —
niet om te verbergen,
maar om te dragen.
Daarna maakte hij warm spekblad met ei,
eenvoudig en eerlijk,
zoals voedsel hoort te zijn
wanneer het lichaam al genoeg vraagt.
Geen franje,
alleen hitte, zout
en het geruststellende weten
dat sommige dingen
nog altijd lukken.
En tenslotte bracht hij donkere kersenvuurkoek.
Niet licht,
niet bescheiden,
maar rijk en vast,
doordrenkt van zuurzoete vruchten
die weten hoe ze moeten blijven hangen.
Hij had haar gebakken
voor later,
voor na het vuur,
voor het moment
waarop men even durft te zeggen:
het mag ook goed zijn.
Naast de koek zette hij bruisend feestlicht neer.
Geen groot gebaar,
geen luid vertoon,
maar een teken dat hij weigert
het leven alleen maar te verdragen.
Dit was geen offer van kracht
maar van volhouden.
Geen maaltijd voor helden,
maar voor wie blijft zitten
wanneer anderen al zijn opgestaan.
En wie proefde, wist:
dit is gemaakt door iemand
die weet dat alles tijdelijk is,
behalve wat je met aandacht
en koppige liefde
blijft maken.
--------------------------------------------------
Zonwind (Orangelover) : Rundvleessalade
Uit het noorden bracht zij gesneden rund van gedragen kracht.
Het vlees was gekozen met aandacht,
afkomstig van een dier
dat lang had gestaan in weer en wind,
gespierd niet door jacht
maar door blijven.
Zij sneed het niet warm,
niet haastig,
maar liet het eerst rusten,
zoals men rust gunt
aan wat veel heeft gedragen.
Daarna werd het fijn gesneden,
niet om te verkleinen
maar om het opnieuw toegankelijk te maken,
en verbonden met zachte zuren en olie,
met kruiden die niet overheersen
maar herinneren.
Dit was geen gerecht van vuur,
maar van herstel.
Voedsel voor wie rouw kent
en toch verder moet,
voor wie weet
dat kracht soms pas zichtbaar wordt
wanneer ze in stukken wordt gedeeld.
---------------------------------
Windstil ( Pukje61) : Theesmaakjes
Uit het oostelijk hoogveen bracht zij stille infusies van blad en bloem.
Niet geplukt in overvloed,
maar gekozen —
één voor één,
op momenten waarop de wind zweeg
en het riet zichzelf vergat.
Bladeren werden gedroogd
op rekken in halflicht,
ver van haast en stemmen,
tot ze hun scherpte verloren
en alleen nog geur droegen.
Bloemen werden gespaard
voor wie warmte nodig had
zonder gewicht,
voor wie eerst moest zitten
voor hij weer kon staan.
Wanneer het water werd verhit,
liet zij het niet koken.
Ze wachtte tot het bijna sprak,
tot het punt waarop hitte
nog luisteren kan.
Toen liet zij de bladeren zakken,
en niets werd geroerd.
Dit was drank die niet wekt
maar opent,
die geen kracht vraagt
maar adem teruggeeft.
Voor wie later kwam.
Voor wie bleef hangen bij het vuur.
Voor wie wist
dat stilte soms het grootste geschenk is.
-------------------------
Thalarin (Thalassa ) : Lekkers uit IJmuiden
Uit het westen, waar zee en wind elkaar geen rust gunnen,
bracht zij ziltvoer van teruggekeerde handen.
Wat zij meebracht was genomen uit water
dat geen fouten vergeeft.
Vis die niet gevangen werd uit drift,
maar gekozen op moment en getij,
wanneer de stroming het toestaat
en de zee haar tanden even inhoudt.
Ze had het gesneden met kennis,
langs lijnen die alleen zij ziet,
het zout niet toegevoegd
maar herkend —
al aanwezig in vlees
dat dagenlang wind had gevoeld.
Sommige delen waren rauw gebleven,
zuiver, helder,
voor wie de zee durft te proeven
zonder haar te willen temmen.
Andere waren licht bewerkt,
ingewreven, gedroogd,
zoals men leert doen
wanneer bewaren belangrijker is
dan overvloed.
Dit was voedsel dat zegt:
ik ben teruggekomen.
Niet ongeschonden,
niet triomfantelijk,
maar met wat standhield
toen de storm alles testte.
Wie ervan at, proefde geen luxe,
maar richting —
het soort richting
dat alleen ontstaat
wanneer je weet
hoe je na zware zee
weer aan land moet komen.
---------------------------------
(Grijzeflank) Tipo : Spectaculaire pizza
Uit de polders van het westen bracht hij deelbrood van het levend vuur.
Het deeg was dagen eerder al begonnen,
gekneed met water dat de polder kent,
zout dat herinnering draagt aan oude zeeën,
en gist die tijd nodig had
om wakker te worden.
Hij liet het rusten,
niet één keer,
maar telkens opnieuw,
tot het deeg soepel werd
en zich liet vormen
zonder verzet.
De oven werd heet gestookt,
niet om te verschroeien
maar om te dragen.
Vlammen likten langs steen,
de lucht trilde,
en toen pas werd het brood erin gelegd —
belegd met wat het land en het seizoen gaven,
zonder opsmuk,
zonder schaarste.
Het werd gebakken tot de korst sprak,
tot de rand blakerde
en het midden bleef leven.
Dit was geen maaltijd voor tellers,
maar deelbrood voor wie blijft staan,
gemaakt om te breken,
door te geven,
en te eten met handen
die nog warm zijn van het vuur.
------------------------------
Yukaai (Yuki) ????
Hes – Nicy????
---------------------------
Willowen Wil1964 : Gehaktballetjes in satesaus en een paar pakken dubbelfris
Uit het noorden bracht zij ronde vuurbrokken in dragende saus.
Het vlees was niet verfijnd gekozen,
maar betrouwbaar —
gemalen, gekneed met handen
die weten hoe je iets bijeenhoudt
dat anders uit elkaar valt.
Ze rolde het tot ballen,
stevig genoeg om te blijven liggen,
zacht genoeg om mee te geven
wanneer iemand moe bijt.
Daarover schonk zij warme nootvuur —
satésaus, dik en omhullend,
gemaakt om vast te houden
wat dreigt weg te glijden.
Een saus die niet vraagt
of je sterk bent,
maar gewoon zegt: eet maar.
Daarnaast zette zij zoet koelwater neer.
Geen wijn, geen ritueel,
maar heldere drank
die meteen begrijpelijk is.
Voor wie even niet wil nadenken,
voor wie pijn kent
en toch iets fris nodig heeft
om weer adem te halen.
Dit was geen gerecht van status
of verfijning.
Dit was voedsel van doorgaan.
Gemaakt door iemand
die al vaker is gevallen
en telkens weer opstond,
en die weet
dat je soms geen kracht nodig hebt
maar gewoon iets warms, iets zoets,
en het recht om nog even te blijven.
-------------------------------
Timorath ( Zweef) : Afbakbroden, rauwe ham, bietensalade
Nog vóór de eersten arriveerden,
was Timorath het woud ingetrokken.
Niet om te pronken.
Niet om te bewijzen.
Maar omdat een vuur zonder voedsel slechts licht is,
en hij wist dat Hesterath méér nodig had.
Hij volgde het spoor van een oud everzwijn,
een dier dat niet vluchtte maar standhield,
dat de bossen kende zoals leiders stilte kennen.
De jacht duurde lang, de strijd was kort en eerlijk.
Het beest viel, niet als nederlaag, maar als overdracht.
Timorath roosterde het vlees boven langzaam vuur,
liet het vet spreken, liet de nacht meekijken.
Van andere delen maakte hij rauwe ham,
gezouten met geduld, gedroogd door wind
die alleen in dit deel van het land zo snijdt.
Daarbij bakte hij brood — eenvoudig, warm,
zoals men dat doet wanneer men weet
dat samen eten belangrijker is dan verfijning.
En hij voegde bietensalade toe,
aards, rood als herinnering,
omdat niet alles licht hoeft te zijn
om voedend te worden.