De Kunst van het Kronkelen

Er zijn getallen die je nooit vergeet.

666 bijvoorbeeld. Het beest. Het visioen. De helse administratief medewerker met zijn zeven koppen, tien horens en een voorkeur voor blauwe ballpoints. Blog 666 was mijn ode aan dat monster, aan de duivel in onszelf, en aan het besef dat zelfs de hel een toetsenbord heeft.

En nu? Nu zijn we dertig blogjes verder. En wat krijg je dan?

Juist: 696.

Een getal dat zich dubbel vouwt van plezier. Twee mensen. Eén richting. Of twee richtingen. Of geen richting. Je moet er je fantasie maar op loslaten.

In blog 666 had Zweef het al opgeroepen op het forum: een triootje swassantnuf met een dame — of 969 met een heer. En ik moet toegeven, het idee had me aan het denken gezet.

Niet dat ik met dat soort gedachten nog veel kan dóén. Maar dromen zijn de Viagra van de geest.

Dus dacht ik: laat ik het erop wagen. Laat ik het in dit blog, één keer, nog eens hebben over de liefde. Over de lust. Over de Kamasutra. En over het lijf waarin dat allemaal moet gebeuren — het mijne, bijvoorbeeld, dat intussen meer kraakt dan kreunt, en waarvan de soepelheid het best te vergelijken is met een opgerolde tuinslang in de winter.

Er was een tijd dat ik, bij wijze van voorspel, een halve trap kon afhuppelen zonder steun. Dat ik niet eerst een krukje nodig had om te gaan liggen. En dat ‘standje 3’ niet verwees naar de hoogte van mijn ziekenhuisbed.

Maar de Kamasutra laat zich niet kennen. Die is geduldig. Die wacht. Die weet dat elke stand, hoe acrobatisch ook, uiteindelijk herleidbaar is tot één kernvraag:

Hoe kom je weer overeind?

En daarin ligt misschien wel de diepste wijsheid. Niet in het rijtje houdingen, maar in de overgave. In het feit dat je lichaam iets probeert wat het niet meer kan, en je geest desondanks fluistert: “Doe alsof.” Alsof je twintig bent. Alsof alles nog werkt. Alsof liefde nog hetzelfde betekent als toen je dacht dat het vooral om vrijen ging, en niet om warmte, of om een hand op je rug om drie uur ’s nachts.

Want eerlijk? Ik mis het soms. Niet alleen het lijfelijke — het schuiven, het zoeken, het samenvallen — maar ook de baldadigheid, het opgaan in het lichaam van de ander, het vergeten van jezelf.
Maar het gemis is verzacht. Niet uit onverschilligheid, maar uit mildheid. Omdat het leven intussen andere manieren heeft gevonden om me aan te raken.

Misschien is dát wel de ware Kamasutra van de kankerlijder: leren kronkelen met wat nog beweegt. Een hand. Een herinnering. Een woord.

Of een blog.

Want misschien is dat vandaag nog de meest intieme vorm van aanraking die me rest: woorden die zich om mij heen vouwen als een lichaam dat ik niet meer heb.
Een blog dat mij streelt van binnenuit, me doet vergeten dat de buitenkant niet meer meewil. Een zacht gefluister aan wie nog meeleest, of wie het zelf ook voelt: dat de huid nog hunkert, ook als hij niet meer gevolgd wordt door de rest van het lijf.

Er zijn dagen dat ik dat mis. Niet als klacht, maar als echo. Een herinnering — soms vaag, soms vlijmscherp — aan lichamen die elkaar nog kenden. Aan het vergeten van tijd. Aan warmte die niet van een kruik kwam.
Aan dat wonderlijke gevoel dat iemand je wil. Niet omdat je ziek bent, of dapper, of lief, maar gewoon omdat je lijf er mag zijn.

Dat is weg. Definitief. En toch ben ik niet ongelukkig. Niet echt.

Want er is iets gekomen in de plaats. Iets minder opwindend misschien, maar des te dieper: tederheid zonder verwachting. Aandacht zonder bijbedoeling.
En een soort trouw — niet aan het lichaam, maar aan wat het ooit betekende. De herinnering als huid. De woorden als bedding.

Blog 696 is dus geen erotische ontboezeming. Geen trio met een engel en een infuuspaal. Geen hotelkamer vol rozenblaadjes en ontsmettingsgel.

Maar wel een kleine ode.

Aan wie nog verlangt, zelfs al ligt de drift onder een laagje stof.
Aan wie nog lacht bij het idee van swassantnuf, zelfs al heeft hij al jaren geen zwans meer in z’n nuf.
Aan wie liefde niet langer moet bewijzen, maar gewoon bewóónt.

En aan wie, zoals ik, bij elk standje eerst denkt: waar is mijn steunkous gebleven?

Morgen blog 697. Terug naar de orde van de dag. Terug naar PSA’s, pillen, prikken, plannen die altijd aangepast moeten worden.

Maar vandaag... vandaag mocht het even kronkelen.
Niet met het lijf, maar met wat ervan overblijft.
En dat bleek nog verrassend soepel te zijn.