
In de stille kamer van zijn herinnering woont een schim; een broertje genaamd Paul, wiens leven niet meer was dan een fluistering in de tijd. Een naam die zachtjes door de gangen van Mr Willy’s geheugen echoot, een herinnering aan een leven dat te kort was en toch een onuitwisbare afdruk achterliet op zijn hart.
Mr Willy was nog maar drie jaar oud toen Paul stierf, amper 5 maanden oud, gevangen door de stille greep van wiegendood. Slechts twee flarden van herinneringen heeft hij aan Paul; één waarin hij aan een ziek broertje, zo kwetsbaar en broos, van Ma Willy geen kus mocht geven, en een andere, vreemd troostrijk, waarin hij samen met Paul in de kinderwagen zat, bij het voeteneinde, dichtbij en toch zover weg. Flarden die hij koestert als een kostbare schat.
De stilte die volgde op Pauls vertrek was doordringend. Ma Willy sloot het boek van Pauls bestaan en verborg het in de schaduwen van haar verdriet. Er waren geen foto’s, geen aandenken, geen tastbare herinneringen, niets, alleen de leegte die Paul achterliet. Een leegte die niet met woorden gevuld kon worden, want over Paul werd niet meer gesproken, nooit meer. Het was alsof zijn bestaan, zo breekbaar en kort, slechts een nare droom was, een echo te pijnlijk om aan te raken.
Maar toch , bijna 70 jaar later, draagt Mr Willy Paul , een broer die hij nauwelijks gekend heeft , nog altijd in zijn herinneringen, een echo in zijn geest die nooit echt verstomt.