VERKOUDEN

Gepubliceerd op 29 oktober 2024 om 16:44

Eens in de zoveel tijd overkomt het iedereen wel: ziek zijn, griep of een flinke verkoudheid. Ook Mr. Willy ontkwam er niet aan. 
Maar zo erg als nu... 
Pfff, hij mag dan wel een chemobrein hebben, maar zijn lange termijngeheugen is nog best goed, en zó erg ... Dat is toch wel hééél lang geleden. . Blijkbaar moeten er tussen al die dozen met oude herinneringen, die hij vorige week uit zijn werkplaats heeft gehaald, toch wat goed geconserveerde virussen hebben gezeten die zich na hun vrijlating met groot enthousiasme  op Mr. Willy hebben gestort.

Het begon, heel klassiek,  met keelpijn. Een rauwe, verscheurende pijn die tot in zijn oren doordrong, zelfs met paracetamol nauwelijks onder controle te krijgen. Hij heeft genoeg verzachtende zuigtabletten genomen om er een maagindigestie van te krijgen.

En dan komt het moment waarop je van een mens transformeert naar iets dat nog het meest wegheeft van een kwakkelende zeehond in de rui. Je gezicht, normaal gesproken misschien nog wel aantrekkelijk, verandert in een warboel van rode en schilferige wangen, overgaand in een neus die permanent glimt als een mislukte tomaat. Die neus, ooit gewoon een bescheiden reukorgaan, is nu een soort gebarsten fontein waar tissues bij bosjes aan opofferingen doen. Elke keer als je snuit, klinkt het alsof er een walvis net ademhaalt—vol drama en diepgang, maar zonder enige sierlijkheid. Pff, doodmoe word je ervan.

En dan ga je maar wat achter de pc zitten, je veilige haven. Je ogen zijn het ergste slachtoffer. Ze tranen als oude kranen die maar niet willen sluiten, een mix van melancholie en irritatie. Diepe wallen prijken ter grootte van halflege rugzakken, gevuld met een cocktail van slaaptekort, hoofdpijn en die wazige, verloren blik van iemand die zich net door een zandstorm heeft geworsteld. Ze dragen een melancholische glans, alsof hij diep, heel diep heeft nagedacht over het leven, terwijl het enige wat hij werkelijk doet is nadenken wanneer hij terug naar bed kan. 

En hij moet lijden in eenzaamheid. Want Mevrouw Willy komt in de verte wel eens kijken. Veilig vanachter de keukendeur werpt ze een liefdevolle en bezorgde blik naar Mr. Willy, maar een lieve, steunende knuffel geven? No way...

En dan je stem. Waar die normaal misschien een warme, heldere toon heeft, klinkt je  stem nu als een gesmoorde viool die met een stuk hout wordt bespeeld. Bij elk woord kraak je  als een oude radio die de juiste frequentie probeert te vinden. Je  stemgeluid lijkt rechtstreeks uit een mistig moeras te komen, waarbij zelfs 'hallo' klinkt als een spookachtige fluistering, iets dat eerder thuishoort in een horrorfilm dan in je dagelijkse gesprekken.

Lopen doe je niet, je sleept jezelf voort als een slome walrus, alsof de zwaartekracht zich tegen je heeft gekeerd. Elke beweging vereist een strategie: de bank voelt als een oase in de woestijn, het kleedje een oude bondgenoot. Je probeert af en toe te glimlachen, maar zelfs dat voelt als een marathon, waarbij je lippen droog en gebarsten zijn als een vergeten stoep in de zon.

Kortom, je voelt je als een versleten pop in de etalage van het leven—misschien nog half charmant, maar compleet in puin. Het enige dat je écht wil is opgaan in een wolk van dekens en wachten tot het voorbij is.

 

Nu, het waren drie dagen doffe ellende, maar intussen zijn we wel aan de beterhand hoor.