Hier is de tekst uit de afbeelding:
DAMES
Vrouwen, je hebt ze nodig, maar het is raar volk. Ze hebben bijvoorbeeld altijd gelijk, ook als ze ongelijk hebben.
Je komt moe en afgemat thuis, het hoofd vol reuzel, je vreest dat je in de incubatieperiode zit van hepatitis B, herpes genitalis en lepra tegelijkertijd, en je wil eigenlijk maar één ding: languit liggen en nergens aan denken.
Maar voor je je sleutel in het sleutelgat van de voordeur hebt kunnen morrelen, gaat die deur al open. In het deurgat staat een kittig vrouwtje, vinnig als een van die vrouwtjes uit de eerste stomme films: ‘Zie je niks?’ kirt ze, want de stomme film is natuurlijk allang verleden tijd.
‘Zie je niets?’
Ik kijk. Aandachtig. Naar haar. Van boven tot onder. Tot op de rand van het onfatsoenlijke, want ik sta nog altijd op de deurmat.
Ik zie niks. Ik zie nooit iets.
Ofwel zie ik iets, wat er allang was, of iets wat ik beter niet had gezien.
‘Maar enfin! Zie jij echt niks?’
Ik kijk naar haar jurk, maar die heeft ze nog al aangedaan, denk ik, ik kijk naar haar oorbellen, haar voeten... Ik zie niks! Maar helemaal niks!
‘Maar zie je dan echt niet dat ik naar de kapper geweest ben?’
Net op het moment dat ik wilde zeggen dat ze daar dringend eens naartoe moest, dat er eens wat met haar haar moest gebeuren, dat het zo echt niet verder kon, dat de mensen zouden denken dat ze geen geld had om naar de kapper te gaan...
Ze was geweest, nu.
Maar ik had als buitenstaander natuurlijk het verschil tussen voor en na niet gezien.
Dat is trouwens niet de eerste keer.
Ze heeft me ooit nog eens enthousiast verteld dat ze naar de kapper geweest was, en toen vroeg ik argeloos of de man niet thuis was. Want je kon niet merken dat er iets met haar haar...
Laat het weten als ik verder kan helpen!
Hier is de tekst uit de afbeelding:
...was gebeurd. Hooguit denken dat de kapper halverwege de behandeling dringend was weggeroepen, omdat zijn vrouw bevallen was van een drieling.
Ik zie dat dus niet.
Dat nieuwe jurkje. Die zetel, die ze van plaats verwisseld heeft met dat tafeltje. Die schoenen uit de solden tegen één derde van de prijs. De draperieën en de gordijnen, die ze eigenhandig gewassen heeft.
Het opgepoetste zilverwerk of de kristallen luchter, die een schuimbad heeft gekregen. De toonzaal van Val Saint-Lambert is er niks tegen...
Ik zie het allemaal niet.
Tot haar grote teleurstelling. Ik zie het pas als zij het verklapt heeft, maar dan is het in haar ogen natuurlijk te laat. Soms haalt ze dan voorbeelden aan van andere mannen, die dat dadelijk zien, die dadelijk zeggen dat ze er echt beeldig uitziet met dit of met dat. Natuurlijk allemaal één voor één mannen die al jaren met een andere vrouw getrouwd zijn. Bij wie ze ook niks zien. Het erge is: ik zie dat bij andere vrouwen ook niet. Ik voel mij op dat gebied een stuntel, een waardeloos stuk ongedierte, dat gespeend is van elke vorm van goede smaak.
Ik probeer dat op alle mogelijke manieren goed te maken, maar zij is nijdig en kribbig op het hoekje van de zetel gaan zitten, gehuld in een broeierig zwijgen. Ze kijkt onbewogen voor zich uit. Alsof ze in de file staat.
Dit zijn de gevaarlijkste momenten uit een huwelijksleven. Momenten, waarop je het risico loopt dingen te gaan beloven waar je straks spijt van gaat hebben.
Ik weet het, ik weet het.
Maar ik kan het, helaas, niet helpen.
Laat het weten als ik verder kan helpen!