Hier is de tekst uit de afbeelding:
HET JAAR 2000
Het is de eerste keer dat ik misschien de kans krijg om het mee te maken, maar ik ben er toch redelijk gerust in. Ik bedoel: zo’n eeuw die op haar einde loopt en een nieuwe die begint.
Er zijn al mensen die de dagen af beginnen te tellen. Ik passeer elke dag een bedrijf dat mij vroeger digitaal liet weten hoe laat het was en hoe koud of hoe warm ik het had, en nu glinsteren daar alle dagen cijfers die mij moeten duidelijk maken hoeveel keer ik nog moet slapen voor het jaar 2000 aanbreekt.
Er zijn mensen die daarvan wakker liggen. Die denken dat er vreselijke dingen te gebeuren staan bij de eeuwwisseling. Persoonlijk ben ik daar redelijk gerust in, en ik blijf er niet voor binnen.
Ze blazen dat, volgens mij, een beetje op. Er zijn natuurlijk altijd bepaalde creaturen die goedgelovige mensen bang willen maken. Die de meest onwaarschijnlijke rampen voorspellen: pest, hongersnood, cholera, en nog andere ziektes die nog erger zijn dan aids, ebola en kanker. Die geheimzinnige buitenaardse wezens naar hier laten komen, superintelligente krengen, met een veel te groot hoofd en grote groene ogen, die alles wat wij plezierig vinden, komen afschaffen. En als we niet braaf zijn, dan doen ze iets in het drinkwater, dat ongeneesbare virusinfecties veroorzaakt, waarvan je schimmels krijgt onder je oksels en in de liesstreek, en die tot gevolg hebben dat je sluitspier verslapt, zodat je na een paar dagen al uitdrogingsverschijnselen vertoont.
Eén grote ellende dus.
Niemand zal gespaard blijven, behalve natuurlijk een bepaalde sekte, die weer eens een voorkeursbehandeling geniet en die immuun is tegen al die dingen, omdat ‘hun’ water uit de Jordaan het enige echte geneeskrachtige water is. Want het worden tegen het Jaar 2000 schitterende tijden voor de sekten in het algemeen en de godsdiensten in het bijzonder.
We gaan weer wat meemaken. Precies zoals in de oorlog.
Laat het weten als je verdere hulp nodig hebt!
Hier is de tekst uit de afbeelding:
Toen had je ook mensen die in vredestijd allergisch waren voor wierook, en die nog nooit een kerk aan de binnenkant gezien hadden. Maar in ’42 baden die Christus van het kruis af, gingen barrevoets te voet naar Scherpenheuvel, beloofden onder de Vliegende Bommen ettelijke boetereizen naar Lourdes. De offerblokken waren te klein, ze brandden elke dag een kaars voor de Heilige Rita, patrones voor de hopeloze gevallen, en tot het einde van hun leven zouden ze de paus blijven sponsoren, zelfs als het een Waal was.
Ik heb ze gekend. Zwijg. Ik ken ze. Ik kan er boeken over schrijven, over die zogenaamde ‘bekeringen’.
Zelfs in vredestijd kom je er tegen. Een wilde jeugd, de lol kan niet op, en op een dag: blikseminslag van hogerhand en Opus Dei.
Dat dacht ik een tijdje geleden, toen ik in de krant een foto zag staan van iemand die ik kende. Ik zeg bij mijzelf: dat gezicht heb ik nog gezien, en jawel, hoor, het stond eronder: Claude de Villenfagne de Vogelsanck, surnumeraire van Opus Dei.
Meer dan vijftig jaar geleden zat ik naast hem in de kapel van het Klein-Seminarie van Sint-Truiden. Ik was een vrome jongen, want het zat er toen nog dik in dat ik heidenen zou gaan kerstenen aan de kanten van Lubumbashi of Kisangani, met water uit de Congostroom, echt en natuurlijk water. Terwijl ik ijverig zat te bidden, speelde het toekomstig Opus Dei-lid met twee witte muizen. Hij stak ze onder zijn jas ter hoogte van zijn oksel in zijn mouw en ving ze even later aan zijn polshorloge op. Nu wist ik wel dat Sint-Franciscus ook iets met beesten had, maar toch niet in de kerk. Ik vond het toen doodzonde. Claude niet, want hij nam ze zelfs mee te communie, in een doosje. En als je goed luisterde, hoorde je ze piepen.
Ik was ervan overtuigd dat Claude in de hel zou komen. Of toch minstens veertig, vijftig jaar vagevuur. Maar met Opus Dei is het natuurlijk opgelost. Zo kan hij probleemloos over de drempel naar de volgende eeuw, en daarna zien we wel, zal hij zeggen. Want die muizenkeuteltjes in zijn zakken, terwijl hij ter Heilige Tafel naderde, dat is hem natuurlijk allang vergeven.
Als je meer hulp nodig hebt met deze tekst, laat het me weten!