Hier is de tekst uit het geüploade bestand:
WEERLOOS
Ze maken het moeilijk en ik vraag daar eigenlijk niet om. Ik heb bijvoorbeeld persoonlijk niks tegen computers, gsm’tjes en intieme relaties via Internet, maar ik heb toch liever dat ze met al die nieuwe dingen uit mijn buurt blijven. Laat staan dat ik het allemaal zou propageren.
Ik vind het al erg genoeg, als ik ergens een winkel in moet om iets te kopen, dat ik er even later weer buitenkom met een plastieken zakje, waarop de naam van de winkel en wat ze allemaal in geuren en kleuren verkopen, gedrukt staat, zodat ik binnen de kortste tijd van kleurloze burger verander ben in een levendige reclamezuil.
Ik vraag daar dus niet om, maar op die manier maken ze je wel milieuvriendelijk voor je het goed en wel beseft.
‘Gaat het zo, meneer, of stop ik het in een zakje?’ vragen ze dan. Tsja, en je loopt ook niet graag met een bloot brood over het wegdek. Ik word daar altijd een beetje treurig om. Het lijkt me allemaal zo overbodig. Ik probeer dan de kerk in het midden te houden, een soort van flexibele stabiliteit te ontwikkelen, zoals Dehaene ons dat voorhoudt, maar nauwelijks heb ik mij met dat zakje verzoend, of ik kom thuis en mijn vrouw heeft een nieuwe spray voor het toilet gekocht. Het enige vertrek, waar ik nog rimpelloos van mijn privacy geniet, ruikt nu naar sinaasappelen. Als je even de ogen sluit, zit je ergens tussen de struiken van een zuiderse appelsienenplantage.
De vorige spray geurde naar ‘ochtendregen’, dat had dan met een beetje goede wil nog met ‘spoeling’ te maken. Maar appelsienen? Ik zag het verband niet zo dadelijk. Voor mij mag het zelfs rustig ruiken naar wat het feitelijk is.
‘Dingen’ dus.
Ik las laatst een interview met ene Tayou, die bij Jan Hoet postmodern exposeert, en die vindt dat zijn eigen keutels, met de geur die erbij hoort, kunst zijn: iedere keer als hij zich ontlast, creëert hij onbewust een sculptuur, en hij jubelt, als het afgelopen is.
‘Er is een mystiek die vertrekt van het besef van drek, trans-
Laat het weten als je hulp nodig hebt met deze tekst!
God is zo’n beetje de ombudsman voor alles wat ik niet kan verklaren en tegelijk ook een beetje een omniumverzekering, zonder franchise dan nog. Het is natuurlijk verdomd moeilijk om dat aan iemand duidelijk te maken, maar eigenlijk is dat ook weer de schuld van die God, want die heeft aan Mozes met die Tafelen wel een mooie bijsluiter gegeven, maar over zijn eigen identiteit is hij altijd enorm vaag gebleven.
Ik ben wie ik ben!
Origineel, dat wel, maar je kunt er geen tekening van maken.
En zij, die het kunnen weten, zwijgen. Die zitten daar ergens in de hemel, met zicht op God. Maar geen haar op hun hoofd dat eraan denkt nog eens even over te wippen en ons te komen vertellen hoe het achteraf eigenlijk precies in elkaar zit.
En dát zouden we toch zo graag weten!
Ik las onlangs nog zo’n vierregelig versje van Michel van der Plas, bij een doodsbericht van een vader:
‘Vader, wat zou ik ervoor willen geven, als je er af en toe nog eens kon zijn,
en een zondag kwam zitten in mijn leven
bij mijn werk en mijn boeken
en mijn wijn.’
Dat zit ik soms ook te denken. Want mijn vader is ook al lang zaliger en die weet dus nu ook precies hoe het Ginder in elkaar zit.
Hij wist daar bij leven al wel íéts van, moet ik zeggen, want hij zei altijd dat alles er gratis was. Maar dat er, helaas, mensen waren die leefden alsof ze straks, achteraan hun kist, een trekhaak hadden met een aanhangwagentje, waarin ze hun geld, hun obligaties, hun goud en hun juwelen konden leggen… Maar dat was fout gedacht, volgens mijn vader. Je neemt niks mee.
Zo denk ik er ook over.
Ergens op ons lijf hebben wij allemaal een streepjescode en daar in de buurt staat ergens ook een houdbaarheidsdatum…
Die laatste is bij sommigen moeilijk leesbaar, zoals dat ook op bepaalde dozen het geval is. Maar je doet er, dunkt me, toch maar best aan jezelf niet te lang te overleven. Geen risico’s nemen.
Als je verder iets wilt bespreken of hulp nodig hebt, laat het weten!