Hier is de tekst uit het geüploade bestand:
MAN
Wie jaren geleden zijn habijt over de haag kieperde, werd daar nog jaren op aangekeken. Wie jaren geleden op een gegeven moment zijn huwelijk voor bekeken hield en vond dat het gras groener was aan de andere kant van de Demer, werd tot in zijn nageslacht gebrandmerkt.
Wie ooit in de gevangenis gezeten had, was hetzelfde lot beschoren. Eens gestolen altijd een dief. Als dat erin zit, madam, dan komt dat daar vroeg of laat weer uit, let eens op, onthou wat ik zeg!
Alle zonden werden op formol gezet en je sleepte dat potje voor de rest van je leven mee.
Remsporen op je ziel.
Dat is gelukkig niet meer zo, dacht ik deze week, toen er over mijn zeedijk een man voorbijwandelde, die als twee druppels water op die meneer Stuyck leek van die valse facturen.
Want aan zee kom ik voortdurend kennissen of vermeende kennissen tegen. In Oostende zijn dat de statige Jan Piers, John Cordier, om er maar een paar te noemen. En mezelf natuurlijk, maar dan in een etalageruit. Zij vertegenwoordigen zichzelf. Maar ik zie er dus ook vele anderen, dubbelgangers van ergens iemand.
Gisteren kardinaal Danneels nog, maar ik wist dat dat niet kon, niet in zo’n belachelijke bermuda! En met een gezicht als een godverduistering. Hij kwam aan het tafeltje naast mij zitten, bestelde een abdijbier en hij had twee kranten bij: De Standaard en De Morgen, van gisteren. Weer zo iemand, dacht ik, die nog wel in het bestaan van God gelooft, maar er wel niet zeker meer van is dat Hij nog katholiek is, en er in ieder geval serieus aan twijfelt of God, als Hij eens weer zou keren, nog voor de CVP zou stemmen.
Hij was al oud. Met zo’n gezicht als een Zwitserse reliëfkaart. Hij begon te lezen, achteraan, met Hägar de Verschrikkelijke. Hij was nog maar aan de Beursberichten, toen een dikblozende, gezonde dame met een bloemetjesjurk naast...
Als je verder hulp nodig hebt, laat het weten!
Hier is de tekst uit het geüploade bestand:
... hem kwam zitten en zei dat het vanavond vis was. Hij knorde iets terug. Het was dus duidelijk zijn vrouw.
Het was zo’n moeder, over wie Felix Timmermans destijds schreef, dat ‘de kinderen als rapen uit haren schoot rolden.’ Diep gelukkig zat ze naar de zee te kijken, terwijl ze haar gele limonade opdronk. Toen zei ze dat ze het eten zou klaarmaken. Ze stond op, voelde eerst nog eens achter aan haar jurk of die nog tien op tien kreeg voor goed zedelijk gedrag, en verdween in zuidelijke richting.
Hij keek haar peinzend na, las nog even in de krant, dronk zijn bier op met een wrange bovenlip en staarde zwaarmoedig naar het lege glas. Moeizaam stond hij op. En hij wandelde traag met zijn handen op zijn rug, een beetje gebogen, kijkend naar de grond. Want hij kende de streek: wie in Oostende altijd naar de blauwe lucht of de sterren loopt te kijken, zit voortdurend met zijn voeten in de stront.
Hij was nog maar net uit mijn gezichtsveld verdwenen, toen er een broer van Cousteau op zijn plaats kwam zitten. Hij keek bezorgd om zich heen om te zien of er geen milieuvuiler in de buurt zat en bestelde in het Frans een watertje, dat niet op de kaart stond.
De ober stelde drie varianten voor. Met tegenzin werd het dan toch maar een spa.
Heel voorzichtig schonk hij de inhoud van het flesje in het glaasje, zoals wijnkenners een bejaarde Mouton Rothschild ingieten. Vervolgens hield hij zijn glas ook nog even tegen het licht om te zien of er geen mestoverschotten inzaten, zag blijkbaar niks verontrustends en nam toen behoedzaam een slokje. Hij controleerde diepzinnig de afdronk, beurdele ingetoegen en besloot dat zijn overlevingskansen er goed voor stonden.
Maar honderd procent zeker was hij toch niet, want hij las nog eens aandachtig de tekst, die boven de codestreepjes op het lege flesje stond.
Een mens moet tegenwoordig moed hebben om gelukkig te zijn, dacht ik.
Als je verdere hulp nodig hebt met de tekst, laat het weten!