Eens in de zoveel tijd is het weer zo ver, dan mag ik door omstandigheden alleen de boodschappen doen. Normaal gaan we elke week met ons tweeën, maar vandaag dus even niet.
Met de auto naar Raalte gereden, dat is ongeveer tien kilometer verder en de parkeerplaats opgezocht naast de winkel. Geen probleem om 10 km te gaan hardlopen, maar 20 m op de parking, das veel te ver .. Een parkeerkaart uit de automaat getrokken en voor het raam gelegd. De lege flessen uit de kofferbak neem ik mee onder mijn arm, nadat ik de auto op slot heb gedaan en mijn winkelmuntje in mijn andere hand heb genomen.
De Aldi is de eerste winkel die ik aandoe. Het begint met de frisdranken, als ik met een leeg karretje de winkel binnen ben gereden. Vervolgens pak ik het brood en cross door naar de volgende rij.
Dat is meestal de moeilijkste rij. Je hebt nog voldoende ruimte in de kar. Links begin je met het fruit, maar rechts heb je de voordeelartikelen uit de Aldikrant. Het zijn vaak de handige gereedschappen of hulpmiddelen voor in de huishouding, die je niet altijd nodig hebt. Toch is de verleiding altijd groot. Gelukkig is mijn vriendin altijd nuchter hierin en vraagt dan liefjes:
“Wanneer gebruik je dan zoiets schat?”
Drie schrijfmappen met honderd uitscheurbare A4 formaat met lijntjes. Altijd handig als je voor de verhalensite een verhaal wil schrijven. Twee euro is niet veel en het ligt al zonder te veel nadenken in de kar. Ik heb de verleiding weer niet kunnen weerstaan. Even later zet ik twee pakken melk en een pak suiker in mijn karretje. Volgende rij. Nu liggen de handige dingen aan mijn rechterkant. Hondenvoer en broodbeleg pak ik uit de linkerrij en toch kijk ik vanuit mijn ooghoek weer naar rechts. Toch is het een koopje hoor bedenk ik me nog en een tweede pak schrijfmappen volgt in mijn kar.
Volgende rij en de versnaperingen volgen. Hamburgers en frietjes uit de vriezer glippen uit mijn handen en liggen zomaar in mijn kar. Dat vind ik wel lekker zo na een hele week ’s middags brood eten. Snel loop ik even terug naar de brood afdeling voor bolletjes, die horen nu eenmaal bij een hamburgertje speciaal.
De laatste rij is voor de schoonmaakmiddelen, vuilniszakken en de lege flessenautomaat. Ik noem het de pletautomaat. De lege flessen worden na inworp, een voor een verpletterd. Niet te snel achter elkaar, want je moet het groene lampje afwachten. Doe je dit niet, dan klinkt er een luid alarm en zie je een rood kruis. De eerste keer schrok ik van het alarm, het leek wel of je een groot crimineel bent en zonder betalen de winkel uitloopt. Nu ben ik beter op mijn hoede en na het uitspuwen van het flessenbonnetje ga ik keurig in de rij staan bij de kassa. Een volle kar voor mij wordt uitgepakt en de band stroomt vol. Opa Jansen is vooraan bij de kassa nog aan het afrekenen en telt zorgvuldig zijn wisselgeld. Hij kan maar niet wennen aan de pin en haalt elke week zijn geld nog contant, zolang het nog kan.
“Hallo mijnheer, wilt u even een plankje geven” vraag ik vriendelijk aan mijn voorganger? Na aanreiking leg ik deze leg ik achter zijn boodschappen. De man hoeft tenslotte niet mijn boodschappen er bij te betalen.
“Au”, roep ik en kijk om wie er met de winkelwagen tegen mijn enkel rijdt.
“Sorry”, hoor ik de dame zeggen. Ik zie dat de twee vermoedelijk Afrikaanse vrouwen weer druk met elkaar in gesprek raken, in een taal die ik niet versta. Ze zijn wel prachtig gekleed in hun kleurrijke kleding.
Een voor een pak ik langzaam de artikelen uit de kar en leg deze op de lopende band. Het tussenschotje leg ik achter mijn boodschappen en doe een pas naar voren, zodat ook de dames hun boodschappen op de band kunnen leggen. Voor de tweede keer vinden ze het blijkbaar nodig om met hun kar tegen mijn enkel te botsen. Weer komen ze er met een ‘sorry’ er van af. Zodra het kan stap ik verder naar voren, maar gun de man voor me zijn privé bij het betalen met de pinpas.
“Andersom meneer, de magneetstrip moet aan de andere kant.” Geduldig wacht de caissière net als ik op hem. Waarschijnlijk doet hij niet zo vaak de boodschappen, want enkele dingen moet hij na die tijd nog in de kar pakken. Weer wordt ik van achteren aangereden op de enkel. Ik bedenk me geen moment meer en duw mijn buik iets naar voren. Vol kracht plaats ik mijn achterwerk in de achteruit tegen de kar van de dames. Deze schiet wel een halve meter achteruit en schitterende fonkelende ogen kijken mij verontwaardig aan. Maar voordat ze ook maar iets kunnen zeggen, schiet ik uit mijn slof.
“Veilig Verkeer Nederland is een landelijk campagne gestart, daar waar bumper kleven in de ergernis top tien staat. Drie keer weet u al mijn enkels te raken, maar nu is het genoeg. Twee seconden afstand luid dan ook het advies, zelfs bij de Aldi.”
Proestend scant het meisje achter de kassa mijn artikelen en ik leg ze vervolgens in de kar, als ik aan de beurt ben. O ja, mijn flessenbon mag er nog van het totaal af.
“Dat hebben ze wel vaker hoor”, fluistert ze me nog toe met nog ingehouden pret. “U heeft het in ieder geval leuk aangepakt.”
“Ik hoop dat ze er van hebben geleerd, dat zou ik nog fijner vinden. Een goed weekend alvast.” Met de kar rij ik naar buiten en pak alles in de auto. Nu de C 1000 nog. Wie weet wat voor verrassingen ik daar nog tegen kom?