Hoe spreekt de wereld tot mij? Soms lijkt het alsof ze tot me spreekt als een dichter, met metaforen die zich ontvouwen in mijn gedachten. Andere keren is het alsof ik haar hoor als een zangeres, in de vorm van melodieën die de lucht vullen. Misschien is het de taal van een wetenschapper die ik opvang, gevangen in formules, of die van een wiskundige, gestructureerd in vergelijkingen. Maar vaker nog is het de fluistering van het leven zelf die tot me komt, via de wind die door de bomen ruist, via mijn eigen weerspiegeling op het rustige oppervlak van een rivier, of via een regendruppel die glinstert op een bloemblaadje in het zonlicht.
Mijn ogen zien één werkelijkheid en mijn oren horen een andere, waarbij beeld en geluid zich vermengen en weer van elkaar scheiden, elk een eigen indruk achterlatend in mijn gedachten en een andere in mijn hart. Maar wanneer ik echt stop, wanneer ik ademhaal en luister, dan hoor ik de roep van het leven altijd luid en duidelijk, hoewel ieder van ons die roep op een andere manier opvangt.
Vandaag ervaar ik de wereld als een geheel. Mijn ogen en oren werken samen, en de contouren van de bomen lijken de melodieën van de wereld te volgen, zoals een soundtrack die zich om me heen afspeelt. Maar wanneer ik mijn ogen sluit en in stilte luister, zonder enige afleiding, dan hoor ik stemmen uit de verte die mijn aandacht trekken.
Ik hoor verdriet, de pijnlijke kreten van vrouwen die worden vervolgd in Iran, het gejammer van kinderen in tentenkampen in Gaza, en de wanhoop van families van gijzelaars die ergens vastzitten, ongezien en vergeten door de wereld. Ik hoor de verloren woorden van degenen die zijn gestorven in door oorlog verscheurde landen, de woede van hen die bedreigen, en de angst van hen die bedreigd worden. En diep in mij voel ik een intens verlangen om dit oorverdovende lawaai tot zwijgen te brengen.
Tegelijkertijd hoor ik ook vreugde. Ik hoor het gezang van vogels die terugkeren uit het zuiden, het gelach van kinderen die buiten in de zon spelen, en het zoemen van grasmaaiers die de tuinen overal verfraaien.
Te midden van al deze droefheid en vreugde is er echter nog een andere stem, en als ik goed luister, kan ik die stem duidelijk horen. Het is een fluistering die verder reikt dan mijn eigen gedachten en gevoelens.
Deze stem hoor ik wanneer de bries zachtjes door de bomen waait, wanneer de aarde zich opent onder de warme stralen van de zon. Het is een stem die diep doordringt in de harten van degenen die bereid zijn te luisteren, en die rust brengt aan de ziel die de tijd neemt om te horen.
Dit is de stem van het leven zelf. Het is de energie die borrelt in het gelach van kinderen, de melodie die overal om ons heen weerklinkt, en de vibratie die door elke vezel van ons lichaam gaat. Deze stem overstemt alle andere, eenvoudigweg door te zijn, en ze brengt vrede, vrijheid, en gelukzaligheid, zelfs wanneer onze ogen dat niet kunnen zien.
In deze stem van het leven weerklinkt de klank van liefde, de essentie die nooit zal sterven, zelfs niet wanneer onze lichamen dat doen. Deze stem spreekt een taal die we allemaal begrijpen, of het nu in metaforen of melodieën is, in formules of vergelijkingen. Het enige wat we hoeven te doen, is leren stil te zijn en te luisteren.