FENBENDAZOLE

Ergens diep verscholen in een vochtige kelder onder een verlaten hondenpension, werkte dokter Fenbenstein aan een van de meest revolutionaire medische doorbraken sinds de ontdekking dat aspirine meer doet dan je hoofd ontploffingvrij houden.

Fenbenstein, een half verguisde, half vergeten dierenarts-microbioloog met een voorkeur voor geitenmelk en latexhandschoenen tot aan de oksels, had zich jaren geleden teruggetrokken uit de reguliere wetenschap. Te veel regeltjes. Te weinig visie. En te weinig vrijwilligers die bereid waren om yoghurt met ontwormingspasta te eten.

Maar nu, na jaren van experimenten op schapen, cavia’s, drie ex-schoonmoeders en een hardnekkig gevallen haan, had hij het gevonden: Fenbendazole , een poederachtig goedje dat oorspronkelijk bedoeld was om spoelwormen in schotse hooglanders te bestrijden, maar waarvan Fenbenstein bij toeval had ontdekt dat het bij sommige proefdieren niet alleen de darmflora verhelderde, maar ook plots hun IQ, libido en levensverwachting verdubbelde.

Er moest alleen nog één menselijk proefkonijn worden gevonden. Iemand met een lichte vorm van wanhoop, een zware vorm van prostaatkanker, en een open geest die net ver genoeg op een kier stond om een kwakje roomkaas te vertrouwen.

Enter: Zweef.

Zweef, een gekwelde maar geliefde mens, kampte al jaren met een PSA-waarde die zich gedroeg als een op hol geslagen bitcoin. Hij had al chemo’s geslikt, hormonen gesnoven, supplementen gehapt en broccoli in zijn oksels gewreven — allemaal zonder blijvend resultaat. Maar toen Fenbenstein hem benaderde met de woorden “Wil jij de geschiedenisboeken in als de eerste mens zonder wormen én zonder kanker?” hoefde Zweef niet lang na te denken.

De kuur bestond uit drie elementen:

  1. Fenbendazole, dagelijks ingenomen met een lepel ganzenvet;

  2. Yoghurtsessies, waarin Zweef gehurkt moest brommen op de frequentie van een Tibetaanse watermol;

  3. Het Toiletprotocol, een strikt spoelschema waarbij elke stoelgang ritueel werd uitgeleid met een buiging en een dankwoord.

Na exact zeven dagen gebeurde het ondenkbare.

Niet alleen daalde Zweefs PSA met 8 punten — zijn stoelgang rook naar lavendel, zijn ochtendhumeur verdween, en zelfs zijn overleden schoonmoeder moet ergens in het hiernamaals een goedkeurend knikje hebben gegeven. Zelfs de goudvissen in de kom keken hem met hernieuwd respect aan.

Fenbenstein noteerde koortsachtig alles in zijn notitieboekje. Hij prevelde iets over een Nobelprijs, ontwierp al etiketten voor ‘Panacurex® – Voor Darm, Ziel en Zielige Statistieken’, en schreef een open brief aan Big Pharma met de beginzin: “HA! Nu jullie weer.”

Critici noemden het kwakzalverij. De medische wereld zweeg. Maar de wereld zou nooit meer hetzelfde zijn.

Want ergens, in een kelder vol yoghurt, zat dokter Fenbenstein op zijn bureaustoel van paardenhaar, terwijl hij het volgende etiket ontwierp:

Fenbendazole – getest op muizen, bejaarden en Zweef. Werkt bij 100% van wie erin gelooft.

En hij grinnikte.