Dan toch bestralen ?

Gepubliceerd op 4 juni 2025 om 05:45

Deze week is het dan zover: ze gaan me bestralen.

Dit keer mikken ze hoger: schedelbasis. Stereotactisch, zeggen ze dan, zodat ze mijn hersenen er niet per ongeluk uit roosteren. Met wat er daarboven nog overblijft na jaren chemobrein, moet je nu eenmaal zuinig zijn.

Toch voelde ik ook wat ontgoocheling: de prostaatloge blijft onaangeroerd liggen, als een vergeten fabriekshal in niemandsland — al bruist het daar intussen wél van activiteit. Helaas hebben die etterbakjes zich slim verschanst in het littekenweefsel, onzichtbaar voor de MRI. Geen wilde schietpartij dus, geen 'boem-bam' op goed geluk. Geen vakantie met de GPS op "ergens in Frankrijk", waar je dan eindigt op een rotonde in Charleroi.

Afwachten, dus. Alle begrip daarvoor, maar wachten... pfff....

Maar toen kwam er gisteren ineens toch nog een MOC. Officieel noemt dat een Multidisciplinair Overleg Comité. Officieus is het een gezellig samenzijn — een soort medische koffiekrans, met witte jassen rond een tafel, koffie en thee, en een keur aan koekjes waar elke Weight Watcher van zou beginnen watertanden. Daar worden dan de laatste nieuwtjes uitgewisseld: wie naar waar verhuisd is, wie er opvallend vaak koffie gaat halen bij wie, en of dokter X nu écht een zitbal heeft gekocht of gewoon bij dokter Y op schoot zit. Kleine medische roddels met grote amusementswaarde.

En dan, ergens tussen een frangipane en een mokkataartje door, komt er soms zomaar ineens een patiënt ter sprake. Toevallig. Achteloos bijna. "Zeg, wat doen we eigenlijk nog met die Mr willy?"

En dat had gevolgen. Blijkbaar heeft mijn radioloog mijn dossier toch nog eens opnieuw bekeken, om te zien of er misschien iets kon gedaan worden. En zo zaten ze daar dus, met z’n drieën, vieren, vijven, samen over Mr willy te palaveren. En dan komt plots het besluit: kom, we geven 'm toch nog wat straaltjes.

Geen fijnzinnige precisiebestraling, geen laser die zijn naam kent. Neen, het wordt eerder de militaire aanpak: als je niet zeker weet waar de vijand zich schuilhoudt, dan gooi je gewoon een tapijt van bommen over de hele regio. Dan heb je de slechteriken zeker mee, al sneuvelt er wat omliggend weefsel dat net stond te dagdromen van zijn pensioen.
Boem, bam. Vijf sessies, en klaar is kees.

Einde van de maand wordt daarmee gestart .

En dat voelt goed. Echt waar. Het geeft mij het geruststellende gevoel dat er actie wordt ondernomen. Weg is weg. En als daardoor een volgende systemische behandeling weer even uitgesteld wordt, dan doe ik hier een vreugdedansje.

En weet je, het doet me ook iets dat die radiologen zich mijn dossier tóch aantrekken. Dat ik geen nummertje ben, geen bijkomstige bedenking op het eind van de vergadering, maar iemand van wie ze zeggen: “Mr willy? Misschien toch beter een extra keertje kijken.”

Dus ja. Ik word bestraald. Niet voor mijn zonden, wel voor mijn PSA. En met een beetje geluk mag ik straks weer even ademhalen zonder dat het hele kankerapparaat in actie moet schieten. Als dat geen zegen is, weet ik het ook niet meer.

Al hoop ik wel dat ze bij die laatste sessie nog één koekje voor me overhouden.
Liefst geen bokkenpoot, die lust ik niet