Luisteren in Luxe

Gepubliceerd op 21 september 2025 om 06:54

Slecht horen is een kunst op zich. Vroeger kon ik er nog aardig mee wegkomen. Mijn oren waren toen al even betrouwbaar als een oude radio met losse draadjes, maar mijn brein plakte de boel nog netjes dicht. Hoorde ik “bakker… half elf”, dan puzzelde ik daar doodleuk van: “Morgen naar de bakker om half elf.” Klaar, niemand die iets doorhad.

Nu niet meer. Dat chemobrein heeft de lijm opgegeten. Van elk gesprek blijft alleen een half zakje scrabbleletters over. Mevr willy zegt iets, ik vis er wat letters uit, gooi er zelf wat bij, en kom stralend af met: “Nee, ik heb geen zin in bloemkool.” Dan kijkt ze me aan alsof ik al proefslaper ben in een woonzorgcentrum en alleen nog wacht tot de soepkar langskomt.

En mijn huidige hoorapparaat? Dat is zes jaar oud, in de huidige technologie betekent dat uit de tijd van de dinosaurussen. Het doet z’n best, maar in een café kiest het steevast de koffiemolen boven het gesprek, en in de tuin vindt het het gras dat groeit blijkbaar interessanter dan mijn vrouw. Kortom: een trouw maar hopeloos ouderwets ding, dat meer lawaai verzamelt dan geluid schept.

En toen kwam ik het nieuws tegen dat er een nieuw type hoorapparaat bestaat. Niet zomaar een opvolger met een iets ander kleurtje, nee: volgens de reclame gaat het om een sprong vooruit die groter is dan de stap van een postduif naar een smartphone. Artificiële intelligentie dus . 

Het ding heet de Phonak Audéo Sphere I90. Stel je voor: een onooglijk gevalletje, nauwelijks groter dan een erwt, dat zichzelf slimmer waant dan Einstein én zich belangrijker voelt dan de paus. Geen doordeweeks hoorapparaat, maar een butler in mijn oor die beslist wie ik mag horen en wie hij de mond snoert. Zet me in een café: floep, hij filtert het borrelnootjesgeknabbel weg. In het bos: hup, hij schakelt naar vogeltjesmodus en ik hoor weer het verschil tussen een merel en een mees.

En alsof dat niet genoeg is, meet hij ook nog mijn hartslag, telt mijn stappen, merkt of ik onderuit ga, en streamt intussen mijn muziek. Een persoonlijke tolk, bodyguard en fitnesscoach in één. Ik doe al moeite om mijn sokken te vinden, en dat ding rekent ondertussen sneller dan mijn bankautomaat.

Het mooiste kunstje? Als Mevr willy iets zegt, schuift hij haar stem onmiddellijk naar de voorgrond. De tv, de buurman met zijn boormachine, de hond van hiernaast die zijn keel schor blaft — alles zakt netjes naar de achtergrond. Alsof mijn oortje zelf beslist: dit is de belangrijkste stem in de kamer. Soms denk ik dat hij slimmer getrouwd is dan ik.

Morgen stap ík naar het hoorcentrum. Een maand op proef krijg ik dat wonderding. En geloof me: voor € 6.000 moet het verdomd goed zijn. Drie maanden pensioen heb ik al in dat oude campertje gepompt om het beest weer te laten rijden, en nu dreigt mijn spaarpot opnieuw kaalgeplukt te worden. Het verschil is dat de camper me vrijheid schenkt, en dit apparaat belooft dat ik mijn vrouw weer foutloos kan verstaan.

Nou, ik ga dat maar eens testen. Café, markt, jogtochtje, en jawel: ook in het campertje. Als hij doet wat hij belooft, dan krijgt hij van mij elke ochtend een cappuccino. En als hij faalt? Dan zet ik hem demonstratief op de passagiersstoel naast Mevr willy en laat ik hem zelf uitleggen waarom hij zes mille waard moet zijn.

En eerlijk gezegd verheug ik me nu al op het mooiste extraatje: dat ik bij de eerstvolgende Kamanido eindelijk weer ten volle kan meeluisteren. Dat zou pas echt magie in mijn oor zijn.