STUDIO

Gepubliceerd op 16 december 2024 om 09:15

Studio

De vakantie zit er nu wel helemaal op, behalve voor de bejaarden, die nu deftig gekleed op de zonnebanken van Benidorm vol heimwee aan hun kleinkinderen in Vlaanderen zitten te denken en dus weemoedig wegkwijnen en iedere dag een kleurig kaartje naar huis schrijven met “Zonnige groeten” of “Beste wenschèn,” nog met ‘sch’, want zij hebben wel twee wereldoorlogen meegemaakt en dus de spellingsoorlog maar aan zich voorbij laten gaan.
De vakantie zit erop. Dus tijd voor een evaluatie. Daar zijn wij sterk in.

Wij zaten weer op een appartement.
Jarenlang zijn we op hotel gegaan. Tot we ervoeren dat we, nadat de rekening betaald was, telkens zo ongeveer op de rand van het faillissement waren. Want wat wij als leek gewoon ‘blijven slapen’ noemen, heet aan zee ‘overnachten’ en ‘overnachtingen’ vallen stukken duurder uit dan ‘blijven slapen’.
Het voordeel van een hotel is wel dat je je kamer als een puinhoop mag achterlaten, daar is geen mens die daar wat van zegt, maar in een appartement is dat anders; dat moet je weer in orde brengen, “in de staat waarin het zich bevond,” staat in het contract. Dus ging de laatste vakantiedag steevast volledig op aan een grondige poetsbeurt, want wij wilden altijd graag onze waarborg terug. Je vond dan op de avond van de laatste dag ook geen korrel strandzand meer in onze flat, zelfs niet onder het bed. Het was properder dan toen wij binnenkwamen.

Want dat moet ik er toch bijvertellen, wij hadden altijd ‘vorige bewoners’, die ofwel het contract met “over de staat waarin het zich bevond” niet gelezen hadden, ofwel waren het toevallig Kempische boeren die, vlak...

Hier is de tekst uit de afbeelding:


... voor ze vertrokken, alle vertrekken nog eens vol wit zand strooiden, zoals dat vroeger ’s zondags op de boerenbuiten de gewoonte was. Dan werd de vloer niet zo vlug vuil, als ze binnenkwamen met stront aan hun schoenen. Wat toen ook nog de gewoonte was.
Dus ging die eerste vakantiedag van ons ook volledig op aan een degelijke schoonmaakbeurt.
“Zouden we volgende keer eens geen studio nemen?” zei mijn vrouw, terwijl we voor de etalage van een immobiliënkantoor stonden. “Een studio is niet zo groot als een appartement, dan sparen we in het gaan en keren minstens één volledige dag vakantie uit.” Er waren studio’s bij de vleet. Met hopen.
“Te huur,” stond er, “studio’s met eethoek, slaaphoek, kookhoek en zithoek. Aparte douchecel.” Want een kamer – een studio dus – heeft in een klassieke bebouwing helaas maar vier hoeken, zodat de douche apart moet, tot een originele architect op het idee komt kamers met vijf hoeken te maken.
“Dan ben ik op een uur klaar met stofzuigen,” zei mijn vrouw, “als jij dan het raam doet.”
Ik merkte op dat er geen toilethoek bij vermeld stond.
“Dat is natuurlijk in de douchecel begrepen,” zei mijn vrouw, die andermaal besefte dat zij totaal mistrouwd was. “Daarbij, je komt toch niet naar zee om daar weer uren met de krant... Zeker niet als de zon schijnt!”
Ik zweeg maar. Geconstipeerd.
En ik zag ons al in die studio zitten.
’s Morgens heerlijk ontwaken in de slaaphoek, terwijl buiten de regen op het raam tokkelt, opgewekt naar de kookhoek om koffie te zetten, dan naar de eethoek om te ontbijten en tenslotte naar de zithoek om de krant te lezen, alles op twintig vierkante meter.
Overzichtelijk was het wel. Maar vluchten kan niet meer, dus ook niet nog eens lekker ruzie maken en kwaad weglopen. Behalve naar de douchecel dus, maar...


Hier is de tekst uit de afbeelding:


... als je naar een ‘cel’ vlucht, dan staat dat volgens mij gelijk met je ongelijk bekennen.
“Ik ga toch eens informeren naar de prijs,” besloot mijn vrouw, want zij beheert de fondsen.
“Vraag dan in passant maar eens hoe dat zit met dat ding in de douchecel,” zei ik, “want een rustige stofwisseling is de helft van mijn vakantie.”
Ik zag dat ze zo’n essentiële vragen ver beneden haar niveau vond, maar ze stapte energiek binnen, terwijl ik buiten bleef wachten, want ik mocht nooit mee, omdat ik nooit durfde buitengaan zonder iets te kopen.
Het duurde niet lang eer ze terug was. Met een mond als een ritssluiting.
“En?”
“Het toilet was gemeenschappelijk,” bitste ze.
Ik vond dat dat ook zijn charme had, zo gezellig onder mekaar.
Zij niet!


Laat me weten als ik nog iets voor je kan doen!