Hier is de tekst uit de afbeelding:
Hittegolf
Op de BRT had Peggy maximum 15 graden gegeven, en op VTM gaf een anonieme stem zelfs toe dat het best wel eens tot 16 kon oplopen, want VTM heeft altijd iets beter nieuws.
Toch zaten mijn vrouw en ik op het terras aan zee met verkleumde anorakken de voorspelde hittegolf te trotseren. Gelukkig waren we uitvoerig gewaarschuwd tegen huidkanker. Dus trok ik mijn hoedje wat dieper over mijn wenkbrauwen en mijn kraag zette ik zo hoog, dat ik klaar was voor een geslaagde en professionele bankoverval.
We zeien niks.
Ik probeerde wat te slapen, want ik had die nacht de hele tijd liggen genieten van de storm en de regen, die met windkracht 10 het slaapkamerraam mitrailleerde als in de beste zeemansliedjes, maar nu echt.
En als ik dan toch even insliep, want je mag genot niet overdrijven, dan droomde ik ook nog, telkens een heel burgerlijke nachtmerrie. Ik had in mijn droom mijn auto ergens geparkeerd, was ergens iets heel onduidelijks gaan doen, maar het zal wel ontucht of zo geweest zijn, want mijn dromen zijn de laatste jaren meestal niet zo katholiek, en toen ik buitenkwam wist ik met de beste wil van de wereld niet meer waar ik mijn wagen gezet had.
Ik heb dat in de praktijk ook eens aan de hand gehad. Toen hadden een paar ijverige agenten hem laten wegslepen, omdat hij daar zo alleen stond, vonden ze, en ’s nachts lopen er zoveel slechte en stoute mensen rond, zeiden ze. Ik heb Louis Tobback toen ’s anderendaags een kaartje geschreven dat hij die twee wakkere knapen moest bevorderen of zorgen dat ze eens opgeroepen werden voor een uitzonderlijk voetbal-
Hier is de tekst uit de afbeelding:
fen op de Heizel, dan zagen ze de wedstrijd gratis.
Maar in je droom is het veel erger, als je je wagen niet meer vindt. Je staat dan natuurlijk in een wildvreemde stad. Het komt je allemaal erg bekend voor, maar de straatnaamborden zijn in het Russisch en als je een agent of een voorbijganger aanspreekt, geeft hij antwoord in het Servo-Kroatisch of zoiets.
Ik heb in mijn droom die nacht wel twee uur rondgelopen, alle wagens van de hele stad bekeken, maar de mijne was er niet bij. Op de duur kreeg ik zelfs zelfmoordgedachten, maar gezien het laatste Milieu-Effecten-Rapport van dit stuk Noordzeestrand ga je toch maar niet de zee in, want je hebt daags voordien nog iemand gezien, die er een hardnekkig soort eczeem aan had overgehouden.
Tenslotte ontwaak je toch. Het stormt nog steeds, en je verdwenen auto zit nog steeds in je duffe hoofd. Voor alle zekerheid kleed je je aan en ga je twee straten verder, in de plensende regen kijken of hij er nog staat.
Hij staat er nog.
Als je weer binnenkomt, drijfnat, is je vrouw ook wakker en die vraagt of je nu helemaal gek geworden bent.
“Ik ben alleen maar gaan kijken of we vanaf morgen niet moesten overschakelen op het openbaar vervoer van Sauwens,” zei ik vochtig, want ze hebben nu ook een Go-Pass voor bejaarden.
Ze begreep er niets van. Misschien heb ik daarom zo’n goed huwelijk.