Wat zou jij doen als geest zonder lichaam?
Toen ik een jaar of achttien was, had ik de gewoonte om mensen met rare vragen te bestoken. Niet de gewone tienervragen over brommers, meisjes of bier, maar meer van die pseudo-filosofische prikkels die ik opgediept had uit de boeken die ik toen las. Baudelaire, Rimbaud, zelfs Tagore – ik vond mezelf heel wat, al lachten mijn vrienden zich soms suf om mijn ernstige blik.
Mijn favoriete vraag was deze: wat zou jij doen als je een geest was zonder lichaam, onzichtbaar maar met een volledig menselijk waarnemingsvermogen? Je kon overal heen, door muren, door bergen, door de tijd heen, en je hoefde nooit te betalen voor een treinticket of een bioscoopkaartje.
De antwoorden waren even bont als de mensen zelf. Mijn moeder wilde een Ierse wolfshond zijn. Mijn vader wuifde me weg met een beweging die alles zei: laat mij gerust, ik lees. Mijn vrienden wilden naar de sterren, naar de oerknal, of naar hun overleden grootmoeder in de hel – stel je dat tafereel maar eens voor. En één vriendin wilde alleen maar haar vriendje bespioneren, overtuigd dat hij vreemdging.
Ikzelf droomde van het rondwaren in hoofden. Een beetje als een slechte huisbaas die onuitgenodigde huurders buitenzet. Je zou verbaasd zijn hoe aardig mensen plots worden als ze vrezen dat je hen elk moment uit hun eigen hoofd kan schoppen.
Maar nu, vele jaren en een paar ziektes verder, stel ik mezelf die vraag opnieuw – en het antwoord klinkt heel anders. Als ik vandaag een vrije geest was, zou ik niet naar Mars willen, noch naar Andromeda. Ik zou niet in iemand anders willen kruipen, en zelfs de oerknal kan me gestolen worden. Ik zou gewoon eens onzichtbaar willen meekijken bij mijn lotgenoten. In hun huiskamers, in hun slapeloze nachten, op het forum hier. Niet om hen te bespieden, maar om hen zachtjes de hand op de schouder te leggen. Want wij weten allemaal hoe zwaar het kan zijn, en hoe een klein gebaar soms het verschil maakt tussen wegzinken of blijven drijven.
Misschien is dat de essentie van die oude tienervraag: dat een geest zonder lichaam niet zozeer onbeperkt reizen wil, maar vooral wil nabij zijn, waar het echt telt. Bij de mensen die gebukt gaan onder pijn, angst of verlies. Bij de vrienden die, net als ik, elke dag weer proberen overeind te krabbelen.
Dus ja, misschien stel ik die vraag nog eens aan jullie: wat zou jij doen, als je een lichaamloze geest was? Maar ik vermoed dat velen onder ons het antwoord al kennen. Wij zouden gewoon bij elkaar blijven. Omdat niemand dit gevecht alleen kan voeren.