
Sinds mijn vertrek uit de controlekamer heerst er chaos, paniek en emotioneel vuurwerk — en niemand die nog op de rem duwt.
Door Prefrontalis
Voormalig commandant van Besluitvorming, Zelfbeheersing en Moreel Gedrag
U kent mij niet bij naam, vermoed ik, al wonen we al uw hele leven samen. Ik ben Prefrontalis, de prefrontale cortex. Dat deel van uw hersenen net achter het voorhoofd, waar fronsen worden opgeslagen, beslissingen rijpen, en impulsen met een korreltje zout worden genomen. Mijn taak was helder: nadenken, plannen, filteren, afremmen waar nodig.
Ik was degene die fluisterde: “Even wachten met reageren.” “Misschien niet nú die e-mail versturen.” “Liever geen discussie beginnen aan de ontbijttafel.” Dat was mijn rol: ik was geen visionair, geen held, geen dichter. Maar ik hield de zaak bijeen.
En dan was er Amy. De amygdala, officieel. Klein, fel, emotioneel ontvlambaar. Ze zat diep in het brein, als een zenuwachtig alarmsysteem met een fluitje in de hand. Alles was voor haar reden tot paniek. Een windstoot? Gevaar. Een frons van Mevr willy? Noodsituatie. Een beltoon op volume zes? “Code Rood.” Gelukkig kon ik haar doorgaans sussen. Ik bracht nuance, zij bracht urgentie. We waren een team, met wisselende dynamiek, maar het werkte.
Tot Tumor Prostaat zich kwam moeien.
Aanvankelijk was er niets aan de hand. Hij bleef discreet, bleef beneden, in zijn klierige hoekje. Maar stilletjes werkte hij zich omhoog. Niet zichtbaar, niet voelbaar, maar destructief. En toen volgde de chemotherapie, als een bulldozer zonder stuur. Alles werd geraakt. De kanker moest gestopt, jazeker, maar het hoofd kreeg mee op zijn donder.
Ik voelde het al snel: mijn grip verslapte. Eerst vergat ik de volgorde van dingen. Dan kon ik een gesprek niet meer tot het einde volgen. Uiteindelijk verloor ik mijn stem. Mijn kalme, rationele stem, die jarenlang het verschil maakte tussen denken en doen.
En Amy? Die greep haar kans. Met het fluitje in de hand en een overschot aan drama begon ze het systeem over te nemen. Elke emotie werd uitvergroot. Elke prikkel werd een alarm. Als Mevr willy iets vroeg, klonk het als kritiek. Als een kat miauwde, was het het einde van de wereld. Er is geen rem meer. Geen nuance. Alleen paniek.
Ik zag het gebeuren. Ik voelde hoe Mr willy anders reageerde, scherper, weker, sneller op zijn tenen getrapt. Ik zag hem snauwen en zich daarna schamen. Ik zag hem huilen zonder te weten waarom. En ik wou ingrijpen, geloof me. Maar ik kon het niet.
Ik ben niet vertrokken uit gemakzucht. Ik ben uitgeschakeld. Mijn circuits zijn onderbroken. Mijn commando's komen niet meer aan. Misschien herstel ik. Misschien kom ik terug, stukje bij beetje, als het stof is gaan liggen. Maar voorlopig zit ik achterin, in een stille kamer van het hoofd, tussen de herinneringen en het moreel kompas, met een lege thermos en een onleesbare to-dolijst.
Dus als u merkt dat Mr willy het soms niet meer weet, of overreageert, of zich zonder reden terugtrekt, weet dan: het is Amy die het roer heeft overgenomen. En ik, Prefrontalis, wacht op een seintje dat ik weer aan de slag mag.
Tot dan blijf ik stil. Maar niet weg.
Ondertekend,
Prefrontalis
Oud-commandant van de kalme gedachte
Tijdelijk buiten dienst wegens Tumor Prostaat en omgevingsschade