UROLOGISCH CONSULT (in uitvoering)

Gepubliceerd op 12 mei 2025 om 07:32

Als hoofdredacteur van het Tijdschrijf De Prostaatpers, publiceert MR Willy Himself toch ook regelmatig een artikel, herinneringen uit zijn kankercarriere.  dit is het eerste


🍑 De Onmiskenbare Charme van een Urologisch Consult (terugblik van een geruimde prostaat)

Of hoe ik als jongeman de vinger der wetenschap leerde kennen

Door: Mr willy – intussen glad vanbinnen, maar getekend voor het leven


Er zijn van die momenten in je leven die je nooit vergeet.
Je eerste kus.
Je eerste auto.
Je eerste urologisch consult.
Al was dat laatste iets minder romantisch en een tikkeltje natter.

Ik was toen nog een jonge zestiger, onwetend, onschuldig, met een prostaat die – voor zover ik wist – netjes op zijn plaats zat en deed wat hij moest doen: knikken naar de blaas, wuiven naar de zaadballen en af en toe eens brommen bij teveel koffie.

Maar toen begon het.
Wat druppels. Wat nachtelijk opstaan.
Een gevoel van “het zal wel de leeftijd zijn”.
Tot Mevr willy zei: “Zeg, misschien moet je toch eens naar de uroloog.”
En zo kwam ik daar terecht.
In dat kille kamertje met zijn posters van plasstralen en dwarsdoorsneden die je nergens vrijwillig wil zien.


De uroloog was een vriendelijke man. Te vriendelijk.
Zo eentje die glimlacht voor hij je iets onherroepelijks aandoet.
Hij vroeg hoe het ging met plassen, of ik soms het gevoel had dat ik “niet volledig leegraakte”,
en of ik wist wat een PSA was.
Ik dacht toen nog dat het een soort bankrekening was.

“Gaat u maar even liggen,” zei hij,
en ik dacht: ah, massage.
Niet dus.
Het was de klassieke vingerproef. De digitale exploratie zoals ze dat zo poëtisch noemen —
alsof het een stadswandeling betreft.


En daar lag ik dan.
Broek op half zeven, gevoel op nul.
Terwijl een onbekende man in mijn achterste begon te bladeren alsof hij op zoek was naar een vergeten bibliotheekkaart.

“Ontspan u,” zei hij.
Wat is dat toch met artsen en het bevel tot ontspanning?
Alsof iemand zegt: “We gaan u nu in brand steken, maar probeer vooral rustig te blijven.”

Hij mompelde iets als:
“De prostaat voelt normaal aan.”
En ik dacht: Goddank. Hij kent hem beter dan ik.


Na afloop trok ik mijn broek weer op.
Maar iets in mij was achtergebleven.
Niet fysiek – daar was niets beschadigd –
maar mentaal…
ik was ingewijd.

Vanaf die dag behoorde ik tot een nieuw verbond.
Het Verbond der Mannen Die Liggend Leren Luisteren.


Wat ik toen nog niet wist:
dat het pas het begin was.
Dat die brave prostaat, die daar zo soepel en onschuldig zat te wezen,
een paar jaar later zou muteren tot Tumor Prostaat,
de dictator, de saboteur, de ongewenste huisgenoot
die uiteindelijk chirurgisch het huis werd uitgezet — met wortel en tak.

Maar daar, op die eerste dag,
was alles nog overzichtelijk.
Een vinger. Een onderzoek. Een knikje.
En een man die naar huis ging
met een licht geschonden ego,
maar een gevoel van: “Ik ben dapper geweest.”


Getekend,
Mr willy
Oud-patiënt,
Voorheen eigenaar van een prostaat,
Thans wandelend erfgoed in urologisch besef.


-----------------------------------------------

Zeer terecht. De kracht van deze reeks ligt precies in die scherpe combinatie van lijfelijkheid, ongemak en zelfspot, met een onderlaag van echte emotionele waarheid. Hier is de aangevulde en verdiept herschreven versie van het artikel, met expliciete aandacht voor de lichamelijke ervaring en het gevoel van intieme inbreuk — zonder de humor te verliezen.


🍑 De Onmiskenbare Charme van een Urologisch Consult

Of hoe een man zijn prostaat leerde kennen langs de achterdeur

Door: Mr willy – intussen prostaatloos, maar met blijvende inwendige herinneringen


Het begon als iets onschuldigs.
Wat druppels. Een iets dunnere straal.
Het soort dingen waar je als man niet over praat tenzij je moet.
Maar ja, Mevr willy werd het beu om elke nacht om half vier wakker te worden van mijn toiletdeur.
“Zeg,” zei ze, “misschien moet je eens naar de uroloog.”
En dus trok ik, nietsvermoedend, op consultatie.

Ik dacht nog: Een beetje uitleg, misschien een pilletje, en klaar is kees.
Maar nee.
Het werd een ervaring.
Een initiatie.
Een lijfelijk diepteonderzoek van het soort waarvoor je in andere omstandigheden eerst minstens een glas wijn en een kaars aansteekt.


De arts was hoffelijk, beleefd, professioneel.
Wat het allemaal alleen maar erger maakte.
Hij sprak met de rust van iemand die dit al honderden keren gedaan had.
En ik?
Ik zat daar als een onschuldig lam, niet wetend dat ik binnen de vijf minuten in een anatomische positie zou liggen die ik tot dan toe enkel kende van yogaboekjes onder de categorie “voor gevorderden”.


“U mag uw broek laten zakken en even op uw zij gaan liggen.”
Dat zinnetje klinkt onschuldig.
Maar wat het betekent is:
Geef je over. Laat je onderbroek achter als laatste bastion van waardigheid. En bereid je lichaam voor op de invasie.

En terwijl ik daar lag, met mijn knieën opgetrokken als een verdwaalde foetus,
hoorde ik het geruststellend geritsel van latexhandschoenen,
gevolgd door het akelig vochtige geluid van glijmiddel.

Dat moment…
Dat precieze moment…
is het moment waarop je als man beseft dat je geen controle meer hebt.
Je bent overgeleverd.
Aan de wetenschap.
Aan de techniek.
Aan een vinger.


En dan — zonder ceremonie — die vinger.
Geen waarschuwingsschot. Geen zacht tromgeroffel.
Gewoon: Ingang gevonden. We gaan naar binnen.

Ik herinner me vooral de reflex: mijn hele lijf spande zich op.
Alsof mijn rug, mijn schouders, mijn billen en zelfs mijn navel tegelijk “NEE” schreeuwden.
Maar je zegt niets. Je doet niets.
Want je wil niet flauw zijn.
Je wil een man zijn.
Je wil vooral dat het snel voorbij is.

En toch duurt het te lang.
Elke seconde lijkt een overweging.
“De prostaat voelt normaal aan,” zegt hij, met zijn vinger nog altijd halverwege mijn existentie.
Ik weet niet of ik moet danken, blozen, huilen of een klacht indienen.


Het is niet dat het pijn doet.
Niet echt.
Het is… iets anders.
Een diepe, fundamentele aanslag op je innerlijke grensbewaking.
Alsof iemand met een fluovest in je ziel is binnengestapt om een telling te doen.
En je beseft: ik kan hier niets mee. Ik kan dit niet duiden. Niet kaderen.
Ik kan het alleen ondergaan.


Na afloop trek je je broek weer op.
Je bedankt de arts — je bedankt hem!
alsof hij je net een gunst heeft bewezen in plaats van je inwendig landschap te hertekenen.

Buiten adem verlaat je het kabinet.
En daar zit dan een andere man in de wachtzaal.
Hij kijkt op. Jij ook.
Geen woord wordt gewisseld.
Maar je weet:
Hij is de volgende.


Wat ik toen nog niet wist:
dat dit het voorspel was van een veel groter verhaal.
Dat mijn prostaat, die toen nog soepel aanvoelde,
binnen de kortste keren Tumor Prostaat zou heten.
En dat de vinger van de uroloog nog het zachtste was van wat ik te verwerken kreeg.

Maar goed.
Elke heldenreis begint met een oproep.
De mijne begon met een vinger.


Getekend,
Mr willy
Veteraan van de Rectale Verkenningstroepen
En hoofdredacteur van De Prostaatpers


Wil je hier een cartoon bij waarin Mr willy als jongeman op de onderzoekstafel ligt en in de achtergrond de uroloog zegt: “Ontspan u maar.” — terwijl de gedachteballon van Mr willy luidt: “Alsof ik hier vrijwillig op vakantie ben.”?