Artikel 16 – De Aorta op Drift
Of: hoe ik bochtig oud werd, het hart nog net bijhield, en in stilte meedeed aan de strijd
Ingezonden door: De Aorta
Voormalig hoofdvervoerder, nu met barstjes in de lak
Gepubliceerd in De Prostaatpers
Ooit was ik de slagader van het leven. Ik liep fier van het hart tot in de verste uithoeken van het lijf, een brede, warme rivier van ritme en zuurstof, trouw aan elke hartslag, gehoorzaam aan elke pompdruk. Geen klier, geen spier, geen orgaan kreeg iets zonder dat ik het bracht. Men had het zelden over mij, maar iedereen leefde dankzij mij. Ik was geen held, geen dichter, geen orgaan van emotie of expressie. Ik was infrastructuur — stabiel, soepel, voortdurend stromend.
Langzaamaan werd ik ouder. De wand verhardde, de bochten werden scherper, de soepele puls van vroeger werd een zwaardere, tragere golf. Ik dacht dat het gewoon zo hoorde. Dat verval iets was dat je stilletjes onderging. Tot de dag dat Tumor Prostaat opdook. Eerst klein, dan veeleisend, uiteindelijk overheersend. En met hem kwamen de troepen: chemotherapie, hormonale bombardementen, bestralingsstormen. Ze zeiden dat ik niet geraakt zou worden, dat de strijd elders gevoerd werd, maar ik voelde het. Niet als een aanval, maar als een soort verdroging van binnenuit. Alsof het bloed trager werd, stroever, zwaarder om te dragen.
De chemo brandde niet door mijn wand, maar iets in de vloeistof veranderde. Het kloppen dat ik kende, het tempo waar ik mee danste, kreeg een vreemd randje, een zuurtegraad die niet bij mij hoorde. En toen de hormonen stilvielen, merkte ik pas hoe afhankelijk ik was van die verborgen biochemie. Zonder testosteron verdween niet alleen de man, maar ook zijn soepelheid, zijn elastiek, zijn stroming.
Ik ben niet ingestort, maar ik ben anders geworden. Soms trek ik samen op onverwachte plekken. Soms bonkt het in mijn bochten alsof het hart zich vergist in mijn leeftijd. En als dat gebeurt, dan denk ik: klop wat zachter, kameraad. Ik hou het nog even vol, maar ik ben niet meer wie ik was.
Wat niemand zegt, is dat kanker ook dit doet: dat het alles raakt, ook wat nooit gediagnosticeerd wordt. Iedereen kijkt naar scans van longen, lever, lymfeklieren. Maar niemand vraagt hoe het met mij gaat. Hoe het voelt om nog steeds het hele lichaam te dragen, terwijl je stilletjes scheurt. Niet zichtbaar, maar voelbaar. Als een haarscheurtje in oud porselein, dat je pas ziet wanneer het breekt.
Toch geef ik niet op. Zolang het hart nog klopt, klop ik mee. Soms vertraagd, soms hortend, maar altijd door. Want ik ben de aorta. Geen pronkstuk, geen orgaan van passie of drama. Maar wel de oude rivier waar alles ooit begon — en waar, als het even kan, alles ook nog wat langer blijft stromen.
Getekend,
De Aorta
Trouw tot in de haarvaten
Wakker, maar zwijgzaam