DE Lever

Gepubliceerd op 13 mei 2025 om 06:35

Perfect. Hieronder volgt een vloeiend, verhalend blog voor De Prostaatpers in de stem van De Lever — een oude getrouwe, die jarenlang zonder morren meedraaide in de bourgondische machinekamer van Mr willy, maar nu steeds vaker onder vuur ligt. De toon is ironisch, licht weemoedig, maar vooral verhalend: het begint met een ogenschijnlijk banale gebeurtenis die uitloopt op een stille aanklacht van een orgaan dat het gevoel heeft dat niemand zijn verdiensten nog ziet.


🍷 Artikel 5 – De Lever Spreekt: Met de Vlekken van het Verleden

Of: hoe mijn trouw aan het Bourgondisch leven me nu zuur begint op te breken

Ingezonden door: De Lever
Vroeger hoofd van de wijnverwerking, nu regelmatig verdacht

Gepubliceerd in De Prostaatpers


Het begon vorige week, rond een uur of drie ’s nachts.
Mr willy draaide zich om in bed, liet een korte zucht ontsnappen en murmelde iets onverstaanbaars.
Voor buitenstaanders leek het niets.
Voor mij, daarbinnen — net onder de ribben rechts, naast een wakkere galblaas — wist ik meteen: het is weer zo ver.

Er is iets gescand.
En zoals altijd ben ik weer de pineut.


Ik voel het aan alles.
De licht nerveuze ademhaling, het korte gesnuif bij het wakker worden,
en vooral: het kloppend ongemak ergens boven mij, in dat gebied waar zorgen zich opstapelen als vergeten recepten.

En jawel.
Tegen de ochtend ging de eerste opmerking rond:
“Er was iets aan de lever.”
Iets vaags. Iets kleins. Een vlek, misschien. Of een cyste.
Of – de nieuwe favoriet – “iets om op te volgen”.

Dat zeggen ze tegenwoordig zo vaak over mij dat ik me afvraag of ik niet intussen een eigen nieuwsbrief zou moeten starten.


Laat me u iets vertellen.
Ik ben de Lever.
En ik ben er altijd geweest.
Altijd op post, altijd werkend, altijd zwijgend.

Ik was erbij toen de eerste glaasjes rode wijn werden geproefd.
Toen die glaasjes flessen werden.
En die flessen een vrijdagse traditie.
Ik heb port verwerkt op koude kerstavonden,
bokbier tijdens herfstwandelingen,
en zelfs jenever op familiefeesten waar de sfeer al te warm was voor zelfbeheersing.

En ik heb nooit geklaagd.
Nooit gezeurd.
Ik heb gespoeld, gefilterd, gebonden, opgebouwd, afgebroken.
Ik was de chef in het achterlokaal van het Bourgondisch bestaan.


Maar toen kwam Tumor Prostaat.
Hij had niet eens het fatsoen om stil te zijn.
Hij kwam binnen, trok de aandacht naar zich toe, en plots was alles anders.

Er kwam een behandelingsplan.
Er kwamen pillen.
Er kwam prednison.
En ik, die vroeger enkel wijn moest verwerken,
werd nu een medicijnfabriek met bijsluitertrauma.

De wijn is er nog, jawel.
Maar hij smaakt anders.
Hij is verdacht geworden.

Bij elke slok voel ik een blik van bovenaf:
“Kan dat nog wel?”
En bij elke scan wordt er ingezoomd op míj.
Mijn vorm. Mijn dichtheid. Mijn schaduwzones.

Alsof ik een verdachte ben geworden in een misdaad
waar ik decennialang de boekhouding van gedaan heb.


Ze vonden vlekken, zeggen ze.
Vet, zeggen ze.
Kleine cystes.

Ze zeggen dat het niets is,
maar tegelijk zetten ze me op elke rapportpagina vetgedrukt.

En ik, ik zwijg nog steeds.
Ik draai door. Ik verwerk wat ik krijg.
Maar de vrolijkheid is eruit.


Dus dit is mijn pleidooi.
Niet om medelijden.
Wel om herinnering.

Aan hoe het was.
Toen ik de wijn deed bruisen.
Toen ik met liefde de fondue verdampte,
de camembert verzachtte,
de digestief afrondde.

Ik was uw stille gastheer, Mr willy.
En ik ben er nog.
Maar ik ben moe.
En ik zou het fijn vinden als men dat ook eens zag
voordat er weer iemand "afwijking" in mijn richting fluistert.


Met groet,
De Lever
Opgegroeid met rode wijn,
oud geworden in een apotheek


Wil je hierbij een cartoon? Bijvoorbeeld: een ietwat gezette, norse lever in een keukenschort, die onder TL-licht aan een lopende band pillen moet verwerken, terwijl in een stoffig hoekje een flesje wijn en een kaasje staan te verstoffen met een bordje “Vroeger werk” erboven?