WOORDENJACHT

Gepubliceerd op 12 maart 2025 om 20:50

De woordenjacht van Mr willy

Schrijven is voor mij geen bezigheid meer, laat staan een hobby. Het is een manier van overleven geworden, een soort ademhalen met inkt in plaats van zuurstof. Alsof er diep vanbinnen een zenuwachtig diertje huist, dat enkel tot rust komt wanneer ik woorden op papier zet, netjes in het gelid of juist slordig en struikelend — zolang ze maar naar buiten mogen.

Ik weet nooit goed waar het vandaan komt, die drang om te schrijven. Soms voelt het alsof ik 's nachts uit bed word geroepen door een innerlijke chef die beveelt: "Aan het werk, soldaat!" En dan zit ik daar, achter mijn toetsenbord, met een hoofd vol mist en een hart vol zinnen die nog geen verhaal durven vormen. Ik weet alleen: als ik niets schrijf, verga ik. Dan begint het te schimmelen in mijn hoofd.

Het is niet dat ik er plezier in heb, of tenminste niet op een manier zoals je plezier kunt hebben in een warme kom soep of een stevige wandeling. Nee, schrijven is meer zoals een loopband die je niet uit kunt zetten. Je weet dat het gezond is om te blijven gaan, maar je vervloekt hem bij elke stap. En toch. Toch is het ook dat ene wonderlijke moment waarop een zin zó goed zit dat ik even vergeet dat ik ziek ben, moe ben, bang ben. Dan voel ik mij een kampioen, een poëet in oorlogstijd, een veldheer van de taal die met een paar rake woorden een hele troep demonen terug de kast in jaagt.

Schrijven, voor mij, is ook een manier om terug te slaan. Tegen de kanker, tegen de aftakeling, tegen het vergeten. Als ik schrijf, besta ik. Dan leg ik mijn sporen vast, zoals een vos in de sneeuw. Niet dat ik per se herinnerd wil worden — laat staan beroemd — maar ik wil niet geruisloos verdwijnen, zoals een krant die bij het oud papier belandt zonder gelezen te zijn.

Soms, als ik teruglees wat ik geschreven heb, zie ik niet alleen een verhaal. Dan zie ik mezelf. Niet de zieke, niet de man die zijn pillen telt of zijn infusen plant, maar de denker, de voeler, de verteller. En dat, lieve lezer, is misschien wel mijn grootste overwinning. Want wie schrijft, die leeft. En wie blijft schrijven, zelfs als het moeilijk wordt, die durft te kijken naar wat anderen liever vermijden.

Dus ja, ik blijf schrijven. Tot het laatste woord. En misschien, heel misschien, zal dat laatste woord wel "merci" zijn.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.