
Er bestaat op deze wereld een religie waarin zelfs een mug niet op haar donder krijgt.
Het jainisme — afkomstig uit India, en stokoud — is een geloof waarin alles wat leeft heilig is. Niet alleen koeien of katten, maar ook het fruitvliegje dat in je wijn duikt, het miertje dat zonder vergunning door je keuken paradeert of die vieze spin die daar op je muur kruipt. Doden mag niet. Nooit. Niks. Zelfs per ongeluk een beestje vertrappen is uit den boze. Wie het heel serieus neemt, draagt een mondkapje om geen insectjes in te ademen en veegt de vloer schoon voor elke stap. Niet omdat het proper moet zijn, maar om geen mierenmoord te plegen.
Jains eten ook niks wat groeit door andere levende wezens te doden. Dus géén wortels uit de grond trekken, want dan dood je de plant. Geen fruit plukken, alleen wat vanzelf valt, komt op hun bord.
De centrale waarde heet ahimsa, wat zoveel betekent als "geen kwaad doen", of ruimer: "geen vlieg kwaad doen", letterlijk dan. Het is de hoogste morele wet. Geen geweld, geen agressie, geen dodelijke impulsen – ook niet als het kriebelt, zoemt of steekt.
--------------
En vannacht zat Mr Willy – zoals wel vaker – aan zijn vertrouwde PC wat naar zijn scherm te staren, toen er weer eens iets gebeurde dat alleen hem kan overkomen. Zit-ie daar rustig te mijmeren, zijn onafscheidelijke tas cappuccino naast zich, ondertussen diep nadenkend waarover hij in hemelsnaam nu weer moet gaan bloggen. De muze laat het weer even afweten.
Verschijnt daar toch ineens een kleine, venijnige mug. Zo eentje met hongerige oogjes en bloeddoorlopen adertjes.
Nou ben ik geen aanhanger van bovenvermeld jainisme, dus ik til mijn hand op – klaar om dat ondier met een flinke mep naar de eeuwige muggenjachtvelden te sturen – hoor ik ineens een rauwe stem. Niet beschaafd, geen beleefde introductie, maar een wanhopige kreet uit de diepte van een moederhart:
‘Niet doen, blijf met je poten van mijn dochter! Rotvent! Laat haar leven!’
Verbijsterd keek ik op. Op de rand van de schouw zat ze. Groot voor een mug, formaat XL. Vleugels gescheurd, ogen rood doorwaakt, poten trillend van woede en verdriet. Ze was geen diplomate. Ze was een overlever. Een strijdster. Een moeder.
‘Ze heet Petronella,’ snauwde ze, ‘en ze is zestien dagen. ZESTIEN. In muggenlevens is dat de puberteit! Ze weet van toeten noch blazen. Ze denkt dat jullie mensen zacht zijn. Nou, dát zal ze geweten hebben!’
En dan, ineens zachter, met trillende stem: ‘Toe nou... het is mijn kindje. Laat haar leven, alsjeblieft. Ik had vorige week nog negen kinderen, nu zijn het er nog maar vijf. Weet je hoe het voelt om je gezin zo te zien uitdunnen?’
Ik kijk naar mijn hand en dan weer naar die kleine mug die ondertussen uitdagend rond mijn hoofd zoemt. ‘Maar dat kind van jou,’ zeg ik verontwaardigd, ‘wil zich tegoed doen aan mijn bloed! Mijn bloed, hoor je dat?!’
‘En wat dan nog?!’ krijste moeder mug. ‘Jij hebt liters over! Wij leven van druppels. DRUPPELS! Denk jij dat ik mijn kinderen uit plezier het slagveld op stuur? Vorige week had ik er negen. Negen! En jij? Jij hebt er vijf vermoord, met je pantoffel, je badhanddoek en die verdraaide elektrische muggenmepper!’
‘Maar het prikt... en jeukt,’ roep ik.
‘Een klein prikje en je roept al moord en brand?’ Haar vleugels fladderen furieus. ‘Jij, als doorgewinterde kankerlijer, laat je om de haverklap door half lek prikken – en dan nog met lange, dikke naalden waar je een regenpijp van zou kunnen maken! Daar zit een halve liter bloed aan één spuit, en jij zegt braaf “dankuwel dokter”, zonder ook maar één kik te geven. En nu mijn dochter met haar elegant zuigsnuitje één druppeltje charme komt tappen, begin jij ineens te roepen alsof je levend gevild wordt? Zèèèg, een beetje consequent blijven hé!’
Ze draait nog een pirouette en voegt er fijntjes aan toe:
‘En daarbij, je smaakt beter dan ooit. Die medicatie geeft je bloed een heerlijk volle afdronk.’
En dan ontspint zich een hevige discussie, zoals alleen Mr Willy die kan hebben met een pratende mug om halfdrie ’s nachts. Moeder mug haalt alles uit de kast: schuldgevoel, emotionele chantage, het belang van biodiversiteit. Zelfs de Bijbel wordt erbij gehaald: ‘Die zonder zonde is, meppe de eerste mug.’
En toen begon ze over mijn kleinkinderen. ‘Stel dat iemand hén plat zou meppen... zou je dat leuk vinden?’
Nou, dát ging toch wat te ver. ‘Mijn kleinkinderen bijten geen onschuldige oude mannetjes in het holst van de nacht,’ sputter ik tegen.
‘Nee, die doen andere dingen,’ kaatst moeder mug terug, ‘maar daar hebben we het nu niet over. Geef mijn kind nog één kans. Ze moet nog zoveel leren.’
En ja, na een ellenlang debat en wat gepruttel van mijn kant, krijg ik zowaar medelijden met haar. Ik laat de mug met tegenzin vrij en zie moeder mug opgelucht wegvliegen met haar nageslacht.
Maar toch: De volgende ochtend kom ik beneden voor het ontbijt, waarop Mevr Willy me aankijkt alsof ze spoken ziet.
‘Wat heb jij nú weer op je hoofd?’
Ik voel aan mijn voorhoofd; prijkt daar toch een joekel van een muggenbult. Ik probeer haar het nachtelijke avontuur uit te leggen, maar na een minuut onderbreekt ze me.
‘Schattie toch,’ zegt ze zuchtend, ‘ik denk dat we toch nog maar eens met die psychiater moeten praten.’
Ik haal mijn schouders op. Sommige dingen kun je beter voor jezelf houden. Maar geloof me nou: morgen zal moeder mug nog maar vier kinderen over hebben.
Zeker weten.
Reactie plaatsen
Reacties