
De hemel is toch helemaal anders dan ik me had voorgesteld. Ik had een visioen van een eindeloos aantal wolkjes, en op elke wolk zo’n engel die daar zit harp te spelen, en daarboven – op eenzame hoogte – Sint Pieter, die het allemaal welwillend bekijkt, met een lichte glimlach en een gouden clipboard.
Maar niks is minder waar.
Olivia had het gisteren, tijdens de eerste les, al duidelijk gemaakt: “Oriëntatie is cruciaal. Mensen die denken dat ze alles al gezien hebben, verdwalen hier het snelst. Zeker de mannen.”
Dat laatste zei ze met een frons die rechtstreeks uit haar sarcasme-notitieboekje kwam. Ik voelde me aangesproken. Terecht.
Vandaag stond dus les twee op het programma. Wederom in zaal 4B. Het zou een lange dag worden, dus ik was vroeg. Té vroeg. En dus besloot ik nog even binnen te wippen in de Cafetaria van de Zaligen.
Nou… het rook er naar versgebakken appeltaart en hemels geluk. Alsof oma willy net de oven had opengetrokken.
Nog voor ik iets gezegd had, werd er een dampende cappuccino in mijn handen geduwd door een voormalige kloosterzuster met – daar twijfel ik niet aan – een barista-diploma én een verleden in het Vaticaans keukenteam.
“Met of zonder zegen?” vroeg ze.
Ik nam beide. Je weet maar nooit hoe zo’n lesdag verloopt.
De menukaart – gedrukt op fluweel met bladgoud en ingekaderd in een aureool – was op zich al een spirituele ervaring. Je kon er letterlijk alles krijgen: van Vlaamse stoofkarbonaden met bruin bier tot smoutebollen met poedersuiker die knisperden als nostalgie. Hutsepot stond broederlijk naast sushi, paté van de Heilige Geest lonkte naast Brusselse wafels met abdijroom, en zelfs een gerecht met de mysterieuze naam “Moeders Zondagmiddag”. Alleen al de geur bracht tranen in de ogen – of dat nu van ontroering was of van de ajuin, laat ik in het midden.
En dan was er het buffet. Een droom voor iedere zondige Bourgondiër op zoek naar vergeving via de maag:
varkenswangetjes in trappist, konijn met pruimen, rundertong in madeirasaus en drie soorten stoemp waar zelfs de apostelen hun sandalen voor zouden uitschoppen. Aan de zijkant hing een bordje: “Aflaten niet vereist – maar beleefd knikken naar boven wordt gewaardeerd.”
Het dessertbuffet? Hemels, letterlijk.
Tiramisu die zacht zong als je hem aanraakte, rijstpap met gouden lepeltjes, luchtige eclairs met een knipoog, en uiteraard de beroemde appeltaart die geuriger was dan de herinnering aan je eerste kus. En alsof dat nog niet genoeg was: zelfs de tompouces van Bakker Swart stonden op het menu, compleet met knapperige roze bovenlaag en een scheutje melancholie.
Nou weet ik dus één ding zeker:
Als ik het hier in de hemel moet uitzingen, dan zal het toch zijn met gevulde maag, een schuimende cappuccino en een sprankelend glas cava.
En dat Olivia me af en toe herinnert dat ik nog steeds te weinig aflaten heb verzameld? Ach… dat nemen we er wel bij. Met een koekje.
Over Olivia gesproken… ze komt hier net binnengestapt. Clipboard onder de arm, vleugels lichtjes opgeblonken, en haar blik zegt: “Er is geen ontsnappen aan, Mr willy.”
De rondleiding gaat beginnen.
Maar da’s voor een volgend verhaal.
Reactie plaatsen
Reacties