
Weet je nog " De Cursus van de dood" ?
Vandaag mocht ik deelnemen aan les 4, en dat beloofde wat.
Volgens de syllabus was het een sessie “voor zielen die pas boven hun echte passie ontdekken.” Olivia had daar haar eigen interpretatie van:
"Les 4 is voor laatbloeiers, Willy. Mensen die hierboven boven denken dat ze eindelijk echt iets te vertellen hebben. Jij hebt dat op aarde al geprobeerd – met 600 blogs en drie keer de verleiding om een forumroman te starten. En nu wil je zeker dichter worden?”
“Ik ben gewoon benieuwd, Olivia.”
“Jij bent een vat vol nieuwsgierigheid met de neiging tot flauwe grappen en zelfoverschatting.”
“Dat vat heeft ook gevoel, hoor.”
“Dan hoop ik dat het straks gevuld wordt met nederigheid.”
Zaal 4B zat goed vol: kleurrijke zielen, verwachtingsvolle blikken, en een hoop creatieve energie die op aarde waarschijnlijk met de ellebogen was neergeslagen.
Onze docent bleek een voormalige timmerman. Vriendelijke ogen. Bekend gezicht. En een geduld waar zelfs Benedictus jaloers op zou zijn.
“Welkom allemaal,” zei hij mild. “Het mooie van de hemel is: je kunt eindelijk doen wat je altijd al wilde. Zonder angst, zonder schaamte, en zonder een baas die vraagt of het in Excel kan.”
Een oudere heer stak direct zijn hand op:
“Kan ik hier dan eindelijk ballerina worden? Op aarde was ik bakker, maar mijn vrouw vond het geen gezicht.”
“Hierboven geldt volledige vrijheid,” zei de timmerman. “Behalve voor motivational speakers. Die zijn... elders geplaatst.”
Ik voelde Olivia achter me zuchten. “Schrijf dat maar op, Willy. Dat jij dat dus niet mag worden.”
“Ik had eerder gedacht aan herder. Gewoon: een paar wolkenschapen, een fluit, rust.”
“Jij? Herder? Jij raakt je eigen sokken al kwijt. En ik herinner me vaag iets met een gestolen vulpen en een meditatie-incident.”
“Dat was één keer. En ik heb die vulpen toen teruggelegd.”
Iemand anders meldde zich: “Ik wil dichter worden. Op aarde voelde ik al poëzie borrelen, maar mijn baas vond het niet gepast dat ik mijn kwartaalrapport in sonnetvorm indiende.”
“Geweldig idee,” zei de timmerman. “Elke avond is er open podium bij Café De Wolkeloze Hemel. Inclusief lofgezangen, haiku’s en gechannelde Shakespeare.”
Olivia trok een wenkbrauw op. “Niet dat ik me zorgen maak, maar als jij daar begint te rappen, Willy, trek ik persoonlijk je microfoon uit de wolk.”
“Nee hoor, ik ga haiku's schrijven .”
“Doe maar. Begin alvast met: ‘mijn frustratie in sneakers’.”
"Nou nee, ik had aan het volgende gedacht ":
Wolk in mijn prostaat
Mijn driften aan de ketting
de wind grinnikt stil
Olivia kneep haar ogen dicht alsof ze net een ongewijde hostie had doorgeslikt.
“Wolk in je prostaat? Willy… Als dit jouw idee is van hemelse lyriek, dan moet ik straks nog een gebedswake aanvragen voor de poëzie.”
Een bezorgde stem vroeg: “Wat als ik nu pas overtuigd vegetariër ben geworden?”
“Geen probleem,” zei de timmerman. “De hemelse kantine heeft veganistische hosties, tofu in drie texturen, en een afdeling voor ethische ambrozijn.”
Ik keek even naar Olivia. “Zit daar ook friet met stoofvlees tussen, voor mensen met een late Bourgondische roeping?”
“Willy. Jij moet eerst nog aflaten verdienen voor je aan buffet B mag ruiken.”
Op het einde van de les voelde iedereen zich opgelucht. Het idee dat het nooit te laat is om jezelf uit te vinden, gaf hoop. Ook mij.
Toen ik net mijn pantoffels uitdeed, verscheen Olivia plots opnieuw. Clipboard onder de arm, gezicht op onweer.
“Willy.”
“Wat heb ik nu weer gedaan?”
“Niets. Dat is het verontrustende.”
“Ik bén aan het veranderen.”
“Dat zeggen ze allemaal voor ze hun eerste haiku schrijven over hun navel.”
Ik hield even mijn adem in, keek haar aan, en sprak met plechtige stem:
Onder haar gewaad
schuilt Olivia’s geheim
God zwijgt, maar kijkt mee
Een stilte daalde neer zoals alleen stilte dat kan in het hiernamaals. Olivia keek me aan alsof ik zojuist een mirakel had begaan met bedorven wijn.
“Willy…” siste ze, haar stem trillerig. “Als jij denkt dat je met zulke… insinuaties ooit dichter wordt bij buffet B, dan heb je duidelijk nog veel lessen te volgen.”
Ze draaide zich om, vleugels wapperend als geïrriteerde vitrage in een storm, en verdween zonder groet — een laatste flard van wierook achterlatend, die vreemd genoeg naar kruidige opwinding rook.
Ik keek haar na en grijnsde
Misschien is er toch nog hoop voor laatbloeiers.
Reactie plaatsen
Reacties