
Ik wist dat het fout zat nog vóór ik het briefje zag.
Geen geur in de straat. Geen licht achter het raam. Geen pistolet die mijn naam riep vanachter de ruit. Alleen stilte. Van dat soort waar je ongemakkelijk van wordt. Alsof het dorp zijn adem inhield.
En ja hoor: “Na 43 jaar sluiten wij de oven. Bedankt voor uw vertrouwen.”
Op een A4'tje, getypt In Times New Roman, met plakband tegen de raam.
Onze bakker dus. Niet “de bakker op de hoek”. Neenee. Onze bakker. Die geen latte macchiato verkocht, geen glutenvrij bananenbrood, en geen tompouces met lavendelgeur of abrikoos-passievrucht-vulling.
Gewoon brood. Brood zoals God het bedoeld had. Met een korst die weerstand bood, en kruim dat je nog dagen later terugvond in je jaszak.
En croissants... Zo van die ongelijke dingen, kromgegroeid van de hitte, vet als je ze in keukenpapier rolde, maar altijd hetzelfde gewicht in je hand.
En in je hart.
Hij stond er. Nacht na nacht. Als ik om vier uur naar de wc strompelde, zag ik door het dakraam het licht in zijn bakkerij branden. Zoals een vuurtoren die zijn kluts kwijt is.
En op zondag, de standaardvraag :“Voor zoonlief weer een chocoladebroodje?”
Die zoon woont al jaren veertig kilometer verder, eet havermout en spreekt over 'vezels' alsof dat een religie is. Maar goed. Voor de zoon dus.
Die bakker kende ons.
Niet van horen zeggen, maar van ruiken, van kijken, van zwijgen. Hij kende alle roddels, Hij wist wie er op verlof was naar Tenerife en met wie. Hij wist wie er gescheiden was,. Hij wist wie zijn haar kwijt was of net haar borsten.
En hij vroeg niks. Hij stak gewoon zijn hand uit, legde er een pistolet in, en zei: “Sterkte.”
Dat was alles. En dat was genoeg. Een houvast. Een zekerheid. Een man die bleef, terwijl alles verdwijnt. Belachelijk, het is maar een bakker, nee toch?
En nu… niks meer.
Geen geur. Geen korst. Geen kruim. Geen “Voor de zoon?”
Nou. Dan maar naar de Jumbo. Die heeft ook een “ambachtelijke” bakkerij.
Pffff....
Met croissants die allemaal dezelfde vorm hebben. Een geur die nergens blijft hangen. Een kassajuffrouw die je aankijkt alsof je een probleem bent. En niemand die vraagt of de zoon nog langskomt.
Tijden veranderen.
Maar ik wou dat ze af en toe gewoon even bleven stilstaan.
Bij een croissant.
Bij een bakker.
Bij de zoon.