
Het begon op een doodgewone dinsdag. Ik zocht mijn leesbril, mijn pillendoos en mijn sokken. In die volgorde. Vond niets. Behalve een banaan in de fruitschaal, helemaal zwart geworden, die me verwijtend aankeek.
Plots:
📞 “Onbekende oproep – Hemels Netwerk”
Ik nam op: “Met Mr willy?
“Met zuster Olivia,” klonk het vrolijk aan de andere kant. “Je bewaarengel "
Ik slikte. Als Olivia belde, was er altijd iets. Meestal iets hemels. Soms iets hels. En zelden iets geruststellends.
“Zeg, willy,” zei ze met een klank alsof ze een ei kapotkneep tussen haar vingers, “hebt gij onlangs nog gebeden tot Sint-Antonius?”
“Da's die van de verloren voorwerpen?”
“Die van jou, Willy. Maar hij is overspannen. Zit op zijn wolk met een burn-out en een schort vol ongeopende smeekbedes. Hij heeft zelfs werkloosheid aangevraagd bij het hemels arbeidsbureau.”
“Is dat mijn schuld?”
“Gij zijt zijn belangrijkste klant, Willy. Gij verliest gemiddeld vier dingen per dag en ge hebt nog nooit een kaarsje gebrand. Zelfs geen theelichtje. Zelfs geen vlammetje op uw gasstel. Hij leest uw blogs, weet je. Religieus.”
Ik kuchte. “Ik dacht dat hij op automatische piloot werkte. Zoals Google Find My Device.”
“Die tijd is voorbij. Mensen gebruiken nu bluetooth-trackers, sleutelhangers die piepen, apps met een kaartje. Zelfs gepensioneerde paters met een metalen detector worden vaker opgeroepen dan Antonius.”
"Oei"
" En nu is hij zijn cv aan ’t bijwerken. Denkt eraan om zich te laten omscholen tot patroonheilige van zoekgeraakte wachtwoorden en verdwaalde e-mails”
“Da’s eigenlijk toch visionair, niet ? ”
"Antonius voelt zich overbodig. Hij krijgt alleen nog vragen van bejaarden met mist in het hoofd en hobbyisten die hun lensdop kwijt zijn. Ondertussen pikken eerlijke vinders de markt in met advertenties: ‘Gevonden: portefeuille. Beloning gewenst.’
“Concurrentievervalsing, dus.”
“Zo noemt hij het. En hij krijgt geen cent van die advertenties. Zelfs z’n offerblokjes blijven leeg. Eén keer zat er een kortingsbon van de Lidl in, en zelfs een condoom met de groeten van het Jaar van het Kind
Ik zuchtte: “Wat verwacht hij dan van mij?”
“Een blog over hem. Een kaarsje. Een teken van leven. Een gift. Je weet toch dat we hierboven een webshop hebben met hemelse merchandise. Kaarshouders in de vorm van verloren sleutels, Tena-verbandjes met H. Antonius erop, glow-in-the-dark rozenkransen voor nachtelijke plasbeurten, brillen die piepen zodra je in de richting van het Vagevuiur kijkt, enz, enz...”
“Goed,goed” zei ik, “ik zal vandaag expres iets verliezen. Mijn sleutels. Mijn broek. Of mijn waardigheid, afhankelijk van hoeveel soep ik mors.”
“Hij zal dat appreciëren."
"En tussen haakjes: jij hebt intussen genoeg verloren om een volledige aflaten-catalogus te verdienen. 74 stuks liggen hier ongeopend. Eén zelfs met gouden rand omdat je ooit drie dagen op rij je medicatie vergat.”
“En daar heb ik niksvan gekregen?”
“Niets. Geen spaarkaart, geen stempel. Maar je kan ze inwisselen. Vijf voor een upgrade in het Vagevuur, tien voor kwijtschelding van zonden tijdens de puberteit, en vijftien voor een dagje all-in in het hemelse wellnesscentrum.”
“Met cava aan de bar?”
“Alleen voor zaligen. Maar jij komt in de buurt, mits nog een paar blogjes zonder grof taalgebruik.”
Ik dacht na. “Wat als ik hem benoem tot spiritueel CEO van alles wat ik kwijt ben, inclusief mijn geduld en mijn zelfrespect?”
"Dat zou hem plezieren.”
“En krijg ik dan ook een kerstbonus?”
“Alleen als je zijn naam zingt tijdens het zoeken. En niet foetert.”
“Zingen? Ik?”
“Of fluiten. Of neuriën. Of iets met intentie. Hij pikt dat op via zijn hemelse bluetooth.”
Ik keek naar de vloer, op zoek naar mijn sokken
“Help mij, Heilige Antonius,” fluisterde ik.
Vanop een wolk zuchtte een oude heilige.
En kijk, ineens lag mijn bril daar, bovenop mijn sokken.