
Gisteren was het weer zover: prikken geblazen.
PSA doet het weer op zijn eigen ritme. In vier weken tijd bijna netjes verdubbeld: van brave 0,3 naar een iets minder brave 0,59.
Nog geen reden om slapeloze nachten in te plannen of m'n jogging te annuleren. Maar het betekent wél dat er ergens vanbinnen weer een paar etterbakjes uit hun donker hol gekropen zijn. “De kust is veilig,” denken ze.
Die jeugdige overmoed is hen al eerder zuur opgebroken. De voorbije twee jaar zijn ze telkens netjes weggebrand . Het straalkanon erop , en húp: terug onder de dekens.
Nu is het afwachten of we weer zo’n scenario krijgen. Maandag eerst naar de uroloog – die mag zijn stempel zetten voor een PET PSMA-scan. En dan: zes weken wachten tot we weten wat er écht aan de hand is.
Voorlopig doen we alsof er niks aan de hand is. Alé ja, niet té veel. Want zeg nu zelf: hoe vaak kan je een lijf nog door de frituur halen voor de olie begint te walmen?
Maar goed. Het is vrijdag. Tijd om te gaan joggen, en vanavond: kaas en de traditionele fles wijn.
Spijtig toch, dat je die ettertjes daar niet gewoon in kan verdrinken.