
Na die haiku over Olivia’s gewaad – zwoel, ondoordacht en blijkbaar een brug te ver – had ik dringend ademruimte nodig. En dus doolde ik even Gloriapolis binnen, op zoek naar iets vertrouwds. Een bruin café, een krantenwinkel, desnoods een snackbar met frietvet en melancholie.
Maar neen. De hemel heeft geen frietkoten. Geen Stella van 't vat. Geen muffe biljartzaal met vergeelde portretten van wielerhelden.
Wat het wél heeft, ontdekte ik bij toeval, was een zondagsmarkt. Die begon op de hoek van de Spijtlaan en het Vergevingsplein. Een verweerd bord stond er: "Zondagsmarkt – tweedehands herinneringen en semi-heilige rommel"
De kraampjes stonden kriskras opgesteld tussen dampende wierookresten en slap wiegende vlaggetjes met spreuken als “Herinner u wat ge vergat”. Links schreeuwde een engel met een afgezakte aureool kortingen op relikwieën. Rechts speelde een oud nonnetje accordeon op een stoeltje van mist. In de lucht zweefden geurwolken van muffe papierwaren, vergeelde oprechte bedoelingen en iets wat vaag naar Benedictijn rook.
Daar kon een mens hoop uit putten.
Een ziel sprak me aan – baard tot aan z’n navel, aureool vol roestvlekken. "Ge zijt net op tijd," fluisterde hij geheimzinnig. "Vandaag heb ik een collectie boekjes binnengekregen... Exclusief en uiterst zeldzaam."
Hij troonde me mee naar een obscuur winkeltje. En ja, tussen vergeelde missalen, kinderbijbels en vage erotische levensverhalen van heiligen (onder de noemer "privé-devotie") vond ik een onschuldig uitziend notitieboekje. Fluweelrood, met gouden letters. Toen ik het opensloeg, rook ik lavendel... en iets wat tintelde tussen verlangen en verbod.
Op het eerste blad stond, in haar handschrift: “Voor die ene ziel die dacht dat haiku’s geen voorspel konden zijn. Olivia.”
Mijn aureool verschoof spontaan een centimeter naar links, als een zenuwachtig hoedje dat niet wist of het moest buigen of vluchten. Mijn oren gloeiden, mijn buik trok zich samen zoals bij het lezen van een verboden briefje in de klas.
Ik bladerde verder.
Het bleek geen receptenboek. Tenzij je 'recept' breed interpreteert: methodes om strenge docenten te ondermijnen, intieme notities over engelenhiërarchie, en erotische observaties over cherubijnen met bindingsangst.
Tussen de bladzijden vond ik tips als "hoe een vleugel laat trillen zonder dat iemand het merkt" en een hoofdstuk getiteld: "Afleiden met intentie – les 1 t.e.m. 3".
En op pagina 24: mijn naam.
“Willy: potentieel interessant. Ongeleid projectiel. Humor als afweermechanisme. Neigt naar overgave bij fysieke aanraking. Opgelet: gevaarlijk als hij zich geliefd voelt.”
Mijn aureool trilde. Mijn geweten deed alsof het even ging wandelen.
Net toen ik het boekje dicht wilde slaan, stormde een zwerm cherubijnen binnen met flikkerende helmen en een rol heilige plakband. De hemelse marechaussee! Ze renden op de verkoper af, die net zijn aureool probeerde om te draaien zodat het als schotelantenne kon dienen – hopend nog ontvangst te krijgen op ‘Zalige Zone 6+’, waar engelen nachtrust en erotische epistels worden uitgezonden.
"Sta stil, Absalom van de Zwarte Rand! Je weet dat je geen verboden lectuur mag verspreiden!"
Ik stond erbij met open mond. Het boekje nog in de hand. Eén van de engelen kneep mijn schouder.
"Jij ook mee."
En zo werd ik gearresteerd tussen tweedehands gebedsdozen en een kraam vol heilige sokken. Op naar het Bureau voor Onbehoorlijk Lezen.
Sint-Pieter zat achter zijn bureau, kalm als een priester op pensioen, met een sticker: "Ik ❤️ paradoxen". Hij keek op toen ik werd binnengeleid.
"Willy," zei hij. "Wist jij wat je in handen had?"
"Eerlijk? Neen. Ik dacht dat het een handleiding was voor beginners in de hemelse liefde."
Hij zuchtte. "Gelukkig voor jou ben je eerder een zielenzoeker dan een boekensmokkelaar. En bovendien... Olivia. Dat verzacht veel."
Hij bladerde in een rapport.
"Er is namelijk nog iets. Olivia had klacht ingediend. Dat boekje... het was haar geheim dagboek. Verdwenen sinds 1986 hemelse tijd. Tot vandaag dus."
Hij keek me aan. Niet streng, eerder bezorgd.
"Ze wil geen vergelding. Alleen... voorzichtigheid. Je hebt het gelezen.Dat mocht niet, maar ze begrijpt je nieuwsgierigheid. Maar dit had ook verkeerd kunnen eindigen."
Hij tikte op zijn blad.
"De verkoper krijgt vijf jaar contemplatie bij de trappisten van afdeling 9E."
En na een korte aarzeling schoof hij mij een formulier toe. "Jij? Jij krijgt een keuze: óf je vernietigt het boekje, óf je schrijft een blog zó briljant, dat niemand gelooft dat het echt bestaat.”
Ik keek naar het boekje. Het lag daar nog steeds in mijn handen. Warm, tintelend, en vol lavendel, schaamte en iets dat misschien liefde was. Een valstrik of een kans? Misschien allebei.
Ik knikte langzaam.
"Dan weet ik wat me te doen staat."
En inwendig hoorde ik het al: De titel. De eerste zin. De geur van lavendel. De glimlach van Olivia.
De blog die niemand wou geloven.
Coming Soon
PS
Voor diegenen die intussen de draad van het verhaal kwijt zijn, het kan hier gevolgd worden :
https://www.leven-met-prostaatkanker.be/eigen-werk/bericht-van-hierbove…