
Vorige week maandag, kort na m’n PSA-prik, had ik een date met m’n uroloog. Nou ja, een ‘medisch onderhoud’ heet dat dan, maar zeg zelf: als iemand al jaren met z’n vingers in je binnenkant zit, mag je dat best een relatie noemen. En hij had goed nieuws. Er was een plekje vrijgekomen — nou, nog niet in het rusthuis, maar onder de scanner. Pet PSMA, voor de liefhebbers. En dus kon ik diezelfde week nog onder het nucleaire rooster, waar je hoop en vrees samen met je broek moet achterlaten.
Enfin, vrijdag dus dat onderzoek, zaterdag zat ik in spanning. En als rechtgeaarde kankerlijer anno 2025 doe je dan wat iedere moderne mens doet: je logt in op je medisch dossier. Tenminste… dat probeer je.
ITSME is die app die zogezegd alles veiliger, sneller en eenvoudiger maakt — behalve als hij beslist dat je niet meer bestaat. “Er ging iets mis,” stond er. Alsof het een koffiekopje was dat van het aanrecht gevallen is. En dus begon het grote filosoferen.
Want stel je dat even voor: ITSME dat niet werkt. Pfff, je hele identiteit, je toegang tot je medische gegevens, je bankzaken, je belastingen, je leven, kortom alles dat hangt af van een piepklein digitaal toegangspoortje met een stomme naam: ITSME. De app die met een zwoele blik fluistert: “Ik ben het, laat mij binnen.” En als dat dan niet lukt, dan voel je je plots verdacht overbodig. Geen identiteitskaart, geen wachtwoord, geen pincodes meer: als ITSME zegt dat jij het niet meer bent, dan bén je het ook niet meer. Weggevaagd. Een spook zonder toegang tot zijn eigen kwaaltjes.
Ik heb heel even gedacht dat ik al dood was, en dat niemand het mij nog verteld had. Wat, toegegeven, niet de eerste keer zou zijn.
Gelukkig — halleluja — na veel gevloek wist de helpdesk van ITSME, zo'n chatbox met de ziel van een droogkast, me te vertellen dat er bij een of andere dienst van vadertje Staat iemand op een verkeerd knopje had gedrukt. Het systeem dacht dus dat ik ( en blijkbaar ook nog heel wat anderen) verhuisd was was naar Pluto, of tenminste naar een gemeente waar ITSME niet doordringt. Nou, na een eindeloos lange dag was ik weer ‘in orde’, terug in het land der levenden. Met dank aan een mens van vlees en bloed die — jawel — mijn bestaan weer geactiveerd heeft. Had ik het geweten, ik had hem een doos pralines gestuurd. Of mijn nieren.
Maar wat blijft hangen, is hoe afhankelijk we geworden zijn van die hele digitale poespas. ITSME was maar één uitschuiver, maar stel je voor: een dag zonder internet. Een fout in het GPS-signaal. Een update die je telefoon verandert in een baksteen. We vertrouwen blind op dingen die we niet begrijpen, tot het fout loopt. En dan sta je daar. Hulpeloos. Ontgrendeld, maar buitengesloten. Alsof je pas echt bestaat zolang een app dat bevestigt. Pfff... dan verlang je bijna naar het tijdperk van het postduif en het papieren dossier.
Enfin, het verslag van de pet PSMA scan stond intussen al klaar. Tja, en daar was, geheel in de lijn van de verwachtingen toch weer wat ellende te zien : Fors gegroeid tumorweefsel in de prostaatloge, en nieuwe uitzaaiingen in de schedelbasis, het het heupbeen en een borstwervel.
Maar nou heeft Mr willy de laatste jaren toch ook al wel een aanzienlijke medische kennis opgebouwd, en op basis daarvan denk ik ( hoop ik ) dat het allemaal nog wel bestraald kan worden en dat een échte volgende behandeling , chemo of Lutertium, nog wat kan uitgesteld worden.
Afspraak met de radioloog is gemaakt voor nu vrijdag.
Wordt dus vervolgd.
Als ITSME me dan nog herkent, tenminste.