
Of hoe je kop sneller groeit dan je verstand
Prednison. Pfff...
Goed voor je hond als die reuma heeft.
Maar ik ben geen hond. Toch komt het elke ochtend netjes in pilvorm op de ontbijttafel te liggen, vlak naast het magnesium, het calcium, de abiraterone en (wat later, vanwege diezelfde abiraterone) een cappuccino. Een relatief lage dosis, zonder( nou ja, zonder?) al te veel bijwerkingen.
Maar zes weken geleden begon het: een tekort aan cortisol.
Simpel, zei de arts. Gewoon wat prednison bijgeven, zei hij.
Dat “wat” werd uiteindelijk 20 mg per dag, oftewel: genoeg om een beer in winterslaap te laten denken dat het tijd is voor vetopslag. En geloof me, mijn lijf luisterde.
Plots had ik een vollemaansgezicht.
Niet het romantische soort dat geliefden doet zuchten op een zomeravond, maar een puffy, glimmende bol die ’s avonds in de badkamerspiegel opdoemt als een oververmoeide clown met vochtophoping en wallen.
Mijn nek? Die probeert intussen een buffelbult te worden.
En mijn buik? Die is niet dikker, die is slimmer geworden. Hij weet dat er iets op komst is en slaat het alvast op — voor het geval dat.
Dus zijn we in verzet gegaan.
’s Morgens: een banaantje, een kiwi.
’s Middags: een tomaat, een wortel, en, als ik het psychologisch zwaar heb, nog wat sla met een minuscuul schepje dressing.
’s Avond... Nou ja. Dan eet ik wat er op mijn bord komt. Een mens moet toch leven, niet? Ik ben tenslotte geen boeddhist. Ik ben Mr willy. Ik jog, ik vloek, ik eet.
En de wekelijkse vrijdagavond, de wekelijkse kaas en wijn, dat blijft heilig. En een BBQ met of zonder Tompouce slaan we niet af, ook niet als we ervoor naar Andijk moeten.
Maar mijn gemiddelde dagtotaal blijft netjes onder de 1800 kcal, inclusief alle schuimende cappuccino’s die ik binnenklets alsof ik gesponsord word door Nespresso en Nestlé.
En wat blijkt?
Drie kilo kwijt. Jawel.
Ondanks de prednison, ondanks de trage stofwisseling, ondanks de saboterende vetcellen die vocht opslaan met liters, wetende dat er een kurkdroge zomer voorspeld is.
En toch. Toch zwelt mijn kop.
Niet van trots — al zou dat terecht zijn — maar van iets dat moonface heet.
Alsof iemand je gezicht is gaan opblazen met een fietspomp.
Dus nu loop ik hier rond: een man van drie kilo minder, met een gezicht van drie kilo méér. De weegschaal juicht. De spiegel fronst.
Pfff...
Maar ik ga door. Kiwi met banaan is best lekker.
En al helpt het niet tegen de kanker, je hebt toch het gevoel dat je iets in de hand hebt.
En dat is tegenwoordig ook al wat waard.
Misschien wel twee cappuccino’s.
Of drie.
Ik zie wel.