Parels van Mensen

Gepubliceerd op 2 juni 2025 om 05:48

Patrick, een Parel van  een Mens

Er zijn mensen die je niet vergeet, zelfs al zijn ze al jaren verdwenen uit je leven, en zelfs uit het leven tout court. Mensen die een spoor nalaten, niet met grote gebaren of daverende uitspraken, maar gewoon met wie ze waren, met hoe ze luisterden, schreven, bewogen — en dansten.

Patrick Verhoeven was zo iemand. Een man met zachte ogen en een milde glimlach, met een stem die altijd net iets trager sprak dan je verwachtte, alsof hij zijn woorden wikte, of ze uit een dieper reservoir haalde. Misschien kwam dat omdat hij wist dat woorden konden helen. En ja, Patrick was een heler. Niet met zalfjes of pillen, maar met nabijheid. Met tekst. Met betekenis.

We hebben jarenlang samen gedanst. Letterlijk. Vier koppels waren we, de dansvloer onveilig makend met onze krakkemikkige tango, onze iets te enthousiaste cha cha cha, en een Engelse wals die altijd nét iets te traag of te snel eindigde. Maar eerlijkheidshalve moest gezegd dat Patrick en Alice met kop en schouders boven ons uitstaken. Het was een heerlijke tijd. We dansten de zwaarte van het leven van onze schouders, hielden mekaar recht in het wiegen van muziek. En achteraf? Een pint. Een verhaal. Veel gelach.

Maar Patrick werd ziek. Prostaatkanker. In een tijd waarin woorden als abiraterone, enzalutamide, cabazitaxel nog klonken als spreuken uit een toverboek. PET PSMA-scans: toekomstmuziek. Lutetium, Radium: pure sciencefiction.
Patrick had niets van dat alles. Alleen moed. En waardigheid. En veel te weinig tijd.

Wat hij wél had, was engagement. En liefde. Vooral voor Herman Wijns, een jongetje dat in 1941 op tragische wijze overleed nadat hij, in een ontroerend gebaar van devotie, een kruisbeeld uit een vuilnisbak had gered. Patrick was de drijvende kracht achter de “Vrienden van Herman Wijns”, en jarenlang gaf hij mee vorm aan het tijdschrift Jonge Adel.
En daarin verscheen recent nog een tekst van zijn hand. Een tekst die zó mooi is, zó troostend, dat ik hem hier integraal wil delen. Geen betere herdenking mogelijk. Omdat hij, net als Patrick zelf, een balsem is voor wie pijn draagt. Voor ons.
Omdat hij beschrijft wat Patrick zélf geworden was: een parel van een mens.
-----------------
Parels van mensen

Door het leven en het lijden gelouterd en gepolijst...

De oester is een dier dat zo overgevoelig is, dat het de werkelijkheid helemaal niet aankan, zodat hij zich afschermt onder een schelp om zijn eigen gevoeligheid en kwetsbaarheid te verbergen.

Maar het lukt niet helemaal, een stukje gruis komt soms de schelp binnen, en gaat vastzitten in het weke oestervlees.

De oester heeft geen ledematen om het stukje af te stoten. De verschrikkelijke pijn is daar, en blijft.

Maar wat doet dan de oester?
Ze omgeeft die pijnlijke plek met zoveel aandacht, zoveel zorg, zoveel liefde, zoveel overgave, dat het stukje gruis op den duur kostbaar wordt.

Langzaam en voorzichtig bouwt de oester er parelmoer laagjes omheen. Hoe groter het stukje, hoe meer laagjes er omheen komen, hoe groter de parel wordt in de oester.

En nee, het is geen zelfbeklag, geen zelfmedelijden. Het is verwerken, meenemen, verinnerlijken. Oesters die dat meemaken zijn dus echt kostbaar!

Ook wij kunnen in onze gevoeligheid voor mensen en dingen, die we in ons leven tegen het lijf lopen, pijn ervaren, en geen middel hebben om die pijn te verwijderen, af te stoten, te vergeten.
De pijn zit er, en blijft er, ze boort diep in ons. We kunnen ze met geen mogelijkheid achter ons laten...

Maar als we de pijn nu gaan zien, als iets van ons leven zelf, als we durven geloven in de betekenis ervan, als we durven meenemen, verwerken, omgeven, dan kan die pijn een parel worden, die ons kan verrijken.
Dan worden mensen, die door pijn en lijden gaan, gelouterd, gepolijst, heel kostbare parels voor hun medemensen...

-------------------------------

Patrick, je woorden leven voort. Ze troosten. Ze raken.

En bij elke nieuwe rilling van verdriet, bij elk stukje gruis dat zich vastzet in ons binnenste, zullen we aan jou denken en aan hoe jij ons leerde dat pijn niet zomaar een vijand is, maar soms het begin van iets kostbaars.

Dank je wel.
                   Willy