
Sommige lichaamsdelen beginnen na een tijdje een eigen willetje te ontwikkelen. Eerst zijn ze gewoon dienstbaar — trouw als een hond, stil als een braaf orgaan hoort te zijn — maar dan, op een dag, beginnen ze zich te roeren. Letterlijk.
Mijn aorta, bijvoorbeeld.
Tot voor kort dacht ik: ach ja, die zit daar gewoon, netjes tussen hart en buik, een soort snelweg voor zuurstof. Breed, elastisch, betrouwbaar. Maar onlangs begon ze te protesteren. Niet luid — het blijft natuurlijk een bloedvat — maar wel met kleine signalen: een kloppend gevoel onderaan mijn borstbeen, een vage druk, af en toe zo'n mini-paniekpuls die zich naar mijn slapen spoedde alsof ze zeggen wilde: "Hé daarboven, ik ben er ook nog!"
Dus wat doet een modern mens? Juist: Googelen. Na vijf minuten was ik officieel bezorgd. Na tien minuten klaar om mijn testament te herzien. Na vijftien minuten dacht ik: "Als dit een aortadissectie is, dan wil ik op z’n minst een afscheidsbrief schrijven."
Maar nee hoor. Gewoon de leeftijd, volgens de dokter. De bochten worden wat scherper, de wand wat stugger. Zoals een tuinslang na twintig jaar trouwe dienst. Niets om me zorgen over te maken, tenzij ik plannen had om nog Iron Man te worden. (Spoiler: die plannen had ik niet.)
Ik dacht: goed, dan moet ik er maar vrede mee nemen. Tot ik merkte dat mijn aorta, sinds ze weet dat ik blogs schrijf, ook ambities heeft ontwikkeld.
“Waarom altijd de longen, de lever, de prostaat?,” schijnt ze binnensmonds te fluisteren. “Waarom nooit ík eens in de hoofdrol?”
Nou goed dan, dacht ik. Vooruit dan maar.
Dus voilà: ze kreeg haar grote moment in De Prostaatpers. Een verhaal vol weemoed, bochtenwerk en subtiele bloedstromen. Ze noemt het zelf een memoire. Ik noem het: het relaas van een oud bloedvat dat nog één keer de spotlight opzoekt.
Het verhaal heet "De Aorta op Drift", en het is niet voor gevoelige zielen. Er komt geen ontploffing in voor, maar wel een vorm van stil verdriet. Want zelfs een aorta moet uiteindelijk loslaten — al was het maar omdat het hart op den duur wat moe wordt van al dat pompen.
Maar nu, nu wil mijn milt ook iets schrijven. Pfff.....

