De Waarde van Mr willy

Gepubliceerd op 12 september 2025 om 11:22

Ze zeggen wel eens dat een mens goud waard is. Nou, dat klopt aardig – als je gezond bent en je onderdelen op de zwarte markt te koop zet.

Een verse nier wordt daar verhandeld alsof het een goudklompje is: goed voor 100.000 euro. Voor een hart wordt gerust een half miljoen betaald, alsof je een exclusieve sportwagen onder de ribben hebt zitten. Een set longen brengt nog eens drie ton op, de prijs van een degelijke villa in de Kempen, en zelfs je hoornvliezen gaan vlot weg voor enkele duizenden euro’s. Zet alles bij elkaar en je loopt richting een miljoen. Een gezond lichaam is in criminele boekhouding zowat de Rolls-Royce onder de tweedehandswagens.

Maar helaas: Mr willy, gediplomeerd kankerlijer, komt niet eens door de keuring. Nieren afgekeurd, lever afgebladderd, hart te vaak bestraald, longen vol chemo-restjes. Orgaandonatie: verboden terrein. Mijn lijf is voor de zwarte markt wat mijn verroest campertje is voor de dealer: je kan het nog zo poetsen, niemand wil het hebben.

En wat blijft er dan over? De kale moleculaire restwaarde.

Een gemiddeld lichaam bestaat voor 65% uit zuurstof, 18% uit koolstof, 10% uit waterstof, 3% uit stikstof en dan nog wat sporen van calcium, fosfor, kalium, zwavel, natrium, magnesium en een snufje ijzer, zink en koper. Klinkt indrukwekkend, maar de realiteit is dat je daarmee geen Ferrari kan kopen, nog geen tweedehands step.

Volgens de laatste berekeningen kom je, als je mijn 72 kilo uit elkaar haalt en verkoopt op de grondstoffenbeurs, ergens rond de 150 euro. En dan moet je nog geluk hebben dat de koper niet begint te zagen over de prednison die mijn botten week maakt en de hormonen die mijn koolstofbalans in de war schoppen.

150 euro dus. Daar koop je net vijf kratjes pils mee. Of, realistischer, een voorraad van een paar maanden instant-cappuccino. Pfff. Dat is dus de prijs van Mr willy in al zijn glorie: een cappuccino-slurpende hoop zuurstof en calcium.

En dan te bedenken dat mijn ziekenfonds al ettelijke tonnen euro’s tegen dit karkas heeft aangegooid: operaties, scans, pillen, bestralingen. Wie rekent dat ooit terug? Economisch gezien ben ik een zwaar verlieslatende investering. Als ik een bedrijf was, had men mij al lang failliet verklaard en de boedel verkocht op de veiling van Wommelgem.

Maar goed, geld is niet alles. Er zijn nog de immateriële waarden: liefde, humor, koppigheid, en de kunst om op de verkeerde momenten de verkeerde opmerking te maken. Alleen jammer dat die niet op de beurs verhandelbaar zijn. Anders zat ik nu met Mevr willy aan de Côte d’Azur in plaats van hier te mijmeren over mijn moleculaire restwaarde.

De moraal van het verhaal: het lichaam van een kankerlijer is maar een armzalig boeltje. De echte waarde zit in wat je ermee doet zolang het nog werkt.

Al is het maar cappuccino zetten en er een blog over schrijven.