
Vakantie is simpel: je kiest een bestemming, pakt je spullen… en wacht tot het weer je plannen om zeep helpt.
Jarenlang trokken wij de wereld rond met ons grijs campertje — een Fiat Scudo met meer karakter dan comfort. Van de Noordkaap tot de Algarve, van muggenplagen tot muggengaas, van wildkamperen in Zweedse bossen tot stokbrood met brie onder een Spaans viaduct. Onze mooiste herinneringen zitten ergens tussen een gaspitje en een kapotte reserveband geperst.
Maar tijden veranderen. Het lijf kraakt, de PSA stijgt, en de stressbestendigheid is intussen gedaald tot het niveau van een overrijpe perzik. De grote tochten hebben we ingeruild voor korte trips: geen Scandinavië meer, maar een parking aan een bosrand. Geen Pyreneeën meer, maar een picknicktafel in Durbuy.
Zelfs die korte uitjes worden schaars. Steeds vaker komt er iets tussen: weergoden die ons roosteren of verzuipen, of een witte jas die vindt dat ik dringend nog eens wat wil prutsen aan Mr willy. En de de voorbije jaren hebben we al meer en meer een trip afgeblazen omdat het nét te warm of veel te nat was. En ook nu weer twijfelden we: volgende week 33 graden… warm genoeg om je hersenen te pocheren. Maar ja, als we op dat tempo blijven wachten op het perfecte weer, geraken we nooit meer weg.
Dus: we wagen het erop. De eerste week gaat richting Ardennen — veel bos, veel schaduw, veel kans om te doen alsof het lekker koel is. Daarna komen we waarschijnlijk een dag of twee naar huis, en vertrekken we nog eens voor een week. Waarheen? Geen idee. Misschien waar de zon het minst fanatiek brandt, of waar er het minst gemopperd wordt over de temperatuur. (En geloof me: onze onderlinge hittegrens verschilt zó veel, dat de ene nog staat te bibberen terwijl de ander al denkt dat hij in een sauna zit.)
Verwacht dus even geen diepgravende blogs of briljante epistels. Met die dikke vingers van mij voelt tikken op een mobieltje aan als opereren met een vork, hopeloos.
Maar ik weet natuurlijk wel dat jullie me geen twee weken kunnen missen. Daarom heb ik vooruit gewerkt: een handvol losse verhalen, wat hoofdstukjes uit mijn boekjes, allemaal netjes in mijn concepten gezet. Zo kan ik, verlof of niet, toch regelmatig iets online zetten.
Dus mocht je ineens een blog zien verschijnen over een mopperende engel of een orgaan met grootheidswaanzin: dat ben ik gewoon, op vakantie, vanuit de schaduw met een glas wijn. En mocht het stil blijven, dan kun je gerust zijn: ik laat een spoor van krakotten achter. Alleen oppassen dat de eekhoorns er niet mee aan de haal gaan.
Groetjes uit de kampeerstand,
Mr willy