
Ik had jullie eigenlijk een blog over Banneux beloofd. Maar zoals men zegt: nood breekt wet, en soms ook koppelingen.
Men zou denken dat het alleen oude, aftandse kankerlijers zijn die op de onmogelijkste momenten uitvallen en opgelapt moeten worden. Maar nee hoor, ook mijn trouw grijs Scudo-campertje doet vrolijk mee. Vorige week in Esneux liet hij al voorzichtig merken dat er iets niet helemaal koosjer was, maar ondertussen wordt het euvel zienderogen erger. De koppeling slipt alsof hij elke helling in slow motion wil beleven, en elke kilometer klinkt het luider: “Jij bent misschien nog opgelapt, maar ík wil ook eens aandacht.”!”
En dus schuift de rest van ons verlof zonder pardon op de lange baan. Wordt september. Maandagochtend rijd ik niet richting Ardennen, maar richting garage.
Daar zullen ze met ernstig gezicht onder zijn buik kijken, een diagnose stellen en hopelijk de juiste onderdelen inplanten.
Om de pil wat te verzachten, dokteren we alvast voor volgende week een paar alternatieven uit. Geen verre verplaatsingen, wel haalbare uitstapjes: een dagje Antwerpen met het openbaar vervoer, en een paar mooie boswandelingen in de buurt. Niet de Ardennen, maar toch genoeg om de horizon wat open te trekken.
Het blijft een merkwaardig soort kameraadschap: baasje en busje, allebei krakkemikkig, allebei afhankelijk van tijdige ingrepen.
Alleen jammer dat ik voor mezelf geen nieuwe koppeling kan laten monteren.