
Ik dacht dat ik het wel wist.
Palliatief, dat is wanneer genezing niet meer kan en de dokters ophouden met de grote kanonnen. Misschien word je nog wat geroosterd door de bestraling of vergiftigd door de chemo, maar dat is alleen om het sudderen wat te rekken. Het gaspedaal gaat eraf, maar de motor draait nog.
Tot ik deze ochtend bij de huisarts zat. Niet mijn vaste dokter, maar een nieuwkomer in de groepspraktijk. Zo eentje waar de inkt van het diploma nog nat van is en die waarschijnlijk elke ochtend nog moet uitzoeken welk uiteinde van de stethoscoop in haar oren moet. Eigenlijk had ze misschien beter eerst stage gelopen bij een kleuterjuf: daar leer je tenminste luisteren en knutsel je met echte vakjes, in plaats van met papieren waar mensenlevens aan vasthangen.
Ze moest namelijk een formulier invullen voor mijn verhoogde terugbetaling als kankerlijer. En daar stond een vakje dat ze moest aanvinken: “palliatieve zorg, ja/nee.” En hup, zonder verpinken zei ze: “Palliatief? Dat betekent dat u nog maar maximaal drie maanden te leven hebt.”
Nou, ik zat daar met open mond. Drie maanden? Alsof ik een pak yoghurt ben waar de vervaldatum op staat. Terwijl Mevr willy net de camper had opgepoetst en ik nog minstens een halve kast cappuccino in voorraad heb.
Ik probeerde het nog uit te leggen. “Maar mevrouw dokter, palliatief betekent toch gewoon dat je niet meer te genezen bent, maar nog zorg krijgt voor kwaliteit van leven? Dat kan gerust nog jááren duren.” Wikipedia erbij gehaald, Google erbij gehaald. Maar nee hoor, ze bleef stoïcijns naar dat vakje staren. Voor haar was palliatief een administratiecode. Een kruisje zetten, meer niet.
Nou, wat moet je daar nu mee aanvangen? Dat een arts niet ziet dat achter dat vakje een mens zit. Dat ze je in één adem van patiënt naar bijna-dode promoveert, alleen omdat het Riziv dat zo wil. Alsof je bestaan afhangt van een formuliertje, en niet van hoe je nog leeft, loopt of cappuccino drinkt.
Ik ben palliatief, ja. Maar terminaal? Nog lang niet. En als ik ga, dan niet omdat een groentje met een balpen, een stethoscoop ondersteboven en een liefde voor hokjes mijn lot heeft vastgeklikt in vakje 3B van een terugbetalingsformulier. Tot die tijd vink ik liever zelf mijn vakjes aan: cappuccino, camper
en leven.