Reanimatie

Gepubliceerd op 7 september 2025 om 16:23

Dat grijs campertje van ons, die fiere reiskameraad, lag de voorbije maanden op de grens van terminaal.
De banden waren afgesleten tot op het bot, de remmen piepten als een doodsklok, de koppeling hing nog maar met een laatste vezel vast en de ophanging kraakte alsof hij zijn eigen gewrichten voelde.

Ik zag hem al zijn laatste reis doen, richting autokerkhof.

De garagist, in mijn ogen een soort oncoloog voor oude voertuigen, keek ernstig naar het dossier. “We kunnen nog behandelen,” zei hij, “maar het wordt een zware ingreep: nieuwe banden, verse remmen, een volledige koppeling en de ophanging helemaal vernieuwd. Kostelijk, maar uw campertje kan er dan weer jaren tegen.” Het klonk me bekend in de oren. En het woord "kan" doet me verdacht veel denken aan "misschien".

En zo stond ik voor dezelfde vraag die ik ook bij mezelf stel: loont het nog de moeite om er zoveel in te steken? Geef je nog een smak geld uit voor een chassis dat zijn beste tijd gehad heeft, of laat je het zachtjes uitdoven?

En daarbij, ergens, heel stilletjes, vroeg ik me af of ik er zelf nog wel lang genoeg van zou kunnen genieten.

Maar ik heb gekozen voor de behandeling. Hij kreeg zijn transplantaties, één voor één. vorige week en de week daarvoor.
En toen ik hem terugzag, herleefde hij voor mijn ogen: hij bolt weer soepel, de remmen grijpen stevig, en de koppeling voelt zo fris dat ik bijna vergeet dat er ook nog een motor zit die elk moment zou kunnen zeggen: “Tot hier en niet verder.”

Een opgelapte kankerlijer, zou je kunnen zeggen — maar wel eentje die nog een paar zomers aankan.

We zijn lotgenoten, mijn campertje en ik. Allebei opgelapt, allebei afhankelijk van specialisten, allebei aftands maar nog niet afgeschreven.

En zolang hij nog start en ik nog rijd, hoop ik dat we samen nog een paar wegen mogen delen. Misschien tot in Esneux, misschien niet verder dan het volgende dorp.

Maar elke rit voelt nu al als een geschenk.

En seffens komt de lakmoesproef. Dan zijn we weg. Niet voor lang hoor, 'n dag of 4-5 . En naar waar dat weet ik nog niet. Ben nu aan 't kijken
Maar weg zijn we.