
Ze bestaan nog: nonnen die het voortouw nemen.
In Oostenrijk hebben drie nonnen besloten dat bidden passé is en dat breekijzers veel dichter bij God staan dan je zou denken. Ze kraakten een verlaten klooster, niet om er een rave te organiseren (al zou dat best leuk geweest zijn: glowsticks tussen de wijwaterbakken), maar om er een bejaardenhuis te beginnen.
Jawel, krakende nonnen. Je verwacht bijna dat God zelf de politie belt met de klacht: “Ze hebben mijn sleutel gekopieerd!”
De ironie druipt eraf: eeuwenlang mochten nonnen bidden, zwijgen en hun groenten kweken achter kloostermuren. En nu staan ze daar, met koevoeten en breekijzers, alsof ze auditie doen voor De Kampioenen. Ik zag het meteen voor me: zuster Agnes met een breekijzer groter dan haar gebedenboek, zuster Maria die via de dakgoot naar binnen glibbert, en zuster Hubertina die met haar rozenkrans zwaait alsof het een wapen is. De kloostermuren kreunden, de stenen mompelden nog flarden gregoriaans, maar voor ze het wisten werden ze heringericht met trapliften en rollators.
Een klooster als bejaardenhuis. Dat kan ik wel smaken. Want als kankerlijer kom ik tegenwoordig vaker in ziekenhuizen en wachtzalen dan in cafés. Het vooruitzicht dat er straks ergens in Oostenrijk een kloosterhotelletje voor bejaarden opengaat, geeft me hoop. Misschien wordt dat wel dé nieuwe bestemming voor ons overschot: “Welkom bij Onze-Lieve-Heerlijk Rusthuis, inclusief rozenkrans, gratis soep, en karaoke met psalmen.”
Ik stel me het dagelijks leven voor: ochtendgymnastiek met paternoster als springtouw, lunch om elf uur (want om twaalf uur is iedereen al moe), en een happy hour met hosties en een glas mierzoete miswijn. En voor de zieken? Een aparte vleugel, waar de nonnen ons troosten door te fluisteren dat kanker eigenlijk gewoon een spirituele detox is.
Zou God dat allemaal goedkeuren? Nou, ik denk dat Hij op dit moment zijn handen vol heeft met de klimaatcrisis en Trump, en dat drie rebelse nonnen onder de radar verdwijnen. Misschien knikt Hij zelfs goedkeurend: “Eindelijk nog eens iemand die iets met mijn vastgoed doet.”
Misschien is dat wel de les van dit verhaal: kloosters, nonnen, bejaarden, kankerlijders — we zijn allemaal een beetje krakers van ons eigen lijf. Je neemt intrek in een gebouw dat al half in elkaar zakt, je schildert nog eens de ramen, je zet een bloem op de vensterbank, en je doet alsof het nog jaren mee kan. Tot de opzichter van hierboven beslist dat het huurcontract verlopen is.
En ik? Ik hoop dat, als het ooit zover komt, ik ook mag logeren in zo’n bejaardenklooster. Want eerlijk: liever een kamer naast zuster Agnes die snurkt, dan nog een nacht in een oncologisch ziekenhuis waar je om het kwartier wakker schrikt van piepende infusen.
En voor hen die het niet geloven van die nonnen :
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/09/13/3-oostenrijkse-nonnen-kraken-klooster-om-bejaardentehuis-te-ontv/