
Pff. En nu gaat er in Brussel een nieuw museum open. Kanal noemt het. Je moet maar eens googelen. Onderhoudskost: bijna 35miljoen euro per jaar. En dat voor een stad die virtueel failliet is. Schuldbemiddeling door de Belgische staat zit er aan te komen.
Voor hen die 't kunnen lezen :
https://www.demorgen.be/tv-cultuur/duurste-museum-van-belgie-oogst-krit…
Kunst of KWF?
Nou, daar is het weer: Brussel smijt straks 35 miljoen euro per jaar tegen een museum in een oude Citroëngarage. Een gebouw waar vroeger de olie lekte op de vloer, en waar je binnenkort een hedendaags kunstwerk kan gaan bewonderen dat waarschijnlijk net zo goed uit diezelfde olievlek had kunnen bestaan.
Nou, ik hou van kunst. Een schilderij kan je tranen in de ogen bezorgen, een beeldhouwwerk kan je hart beter raken dan een chemokuur en een goeie foto kan meer waarheid bevatten dan tien bladzijden medisch jargon. Maar dan lees ik dat prijskaartje, en dan denk ik: verdomme, hoeveel levens had dat bedrag niet kunnen redden als je het naar kankeronderzoek had doorgesluisd?
Stel je eens voor: 35 miljoen euro, elk jaar opnieuw. Dat zijn honderden onderzoekers, duizenden behandelingen, misschien wel een doorbraak die maakt dat mijn kleinkinderen later niet moeten meemaken wat ik nu meemaak. Maar nee hoor, wij krijgen een fonkelnieuw museum waar straks drommen toeristen selfies maken bij een knalrode trap die ‘de existentiële leegte van de stedeling’ moet voorstellen.
Ik zie het al voor me: binnen bewondert men een installatie van lege stoelen die “de afwezigheid van de mens” symboliseren. Buiten, op het plein, zitten evenveel echte mensen zonder stoel, zonder bed, zonder thuis. En ik? Ik zit met mijn cappuccino te rekenen hoeveel chemo’s er in die 35 miljoen hadden gepast.
En toch, als er dan per se een museum moet komen, waarom dan niet het Museum van Cappuccino en Krakkemikkig Joggen van Mr willy? Gratis toegang voor lotgenoten. In de inkomhal een gigantisch koffieapparaat waar dag en nacht cappuccino uit stroomt. Naast de trap een loopband die exact mijn tempo imiteert: strompelen, kreunen, maar koppig volhouden. En in de grote zaal geen abstracte installaties met lege stoelen, maar zetels waar je even kan gaan zitten als de prednison weer eens rare kuren uithaalt.
Het zou een eerlijk museum zijn. Eén waar je kan lachen om je eigen ellende, huilen zonder dat iemand je raar aankijkt, en waar elke bezoeker gratis een koekje krijgt. Stel je voor: toeristen uit de hele wereld die speciaal naar Brussel komen om een selfie te maken met Mr willy’s Cappuccinomachine.
Misschien klinkt het belachelijk. Maar één ding weet ik zeker: van mijn museum zou je met een warm hart naar buiten stappen.
En dat is misschien meer waard dan zalen vol installaties waar je een handleiding nodig hebt voor je ook maar snapt waar je naar kijkt.
Reactie plaatsen
Reacties