Oude Liefde, Nieuwe Nijd

Gepubliceerd op 11 oktober 2025 om 06:05

Die ouwe printer van Mr willy was dus krakkemikkig geworden. Scannen deed ie nog als de beste, maar printen? Daar beet ie zijn tanden op stuk. Tijd voor jong bloed.

Pfff. Vroeger was het toch zó simpel. Je kocht een printer, zette dat ding op tafel, stak er een kabel in en hup: hij deed wat hij moest doen. Geen gedoe, geen paswoorden, geen apps. Het was de tijd van eenvoud: een televisie met drie knoppen, een telefoon met een draaischijf, en een printer die zijn plicht deed zonder vragen te stellen. Je grootste zorg was of het papier op was, niet of je wifi wel tot in de achterste hoek van de woonkamer reikte.

Tegenwoordig lijkt het alsof ze bij Canon en HP samenzweren om oude mannen zoals ik het bloed onder de nagels vandaan te halen. Je haalt een gloednieuwe printer in huis en nog voor je weet of dat ding wel papier lust, vraagt hij om een account, een cloudverbinding, een wifi-code, een app, een QR-code… en waarschijnlijk ook nog een DNA-staaltje.

Mijn nieuwe Canon was zo’n beest. Zodra ik hem uit de doos haalde, voelde ik het al: dit ding leeft. Hij snoof de wifi op als een vampier die naar bloed hunkert en siste dat een kabeltje niet meer van deze tijd was. Maar goed, met mijn chemobrein onthoud ik nog net mijn eigen naam, niet een wachtwoord van 24 tekens met dollartekens, hashtags en runetekens van de Vikingen. Dus hup, toch maar een verbindingskabeltje gekocht.

En wat denk je? Voor scannen had het monster zijn eigen software nodig. Ik installeerde alles braaf, en wat zei hij? “Printer niet herkend.” Terwijl hij hier vlak naast me stond, lampjes priemend als twee boze ogen. Hoe moet ík nu weten wie jij bent, dacht ik, als jij jezelf niet eens kent?

Gelukkig sprong Windows te hulp met een gratis scan-appje. Hopla: meteen raak. Alsof je een wild paard een suikertje geeft en hij plots mak wordt. De Canon bleef intussen knorren in de hoek, beledigd dat ik zijn heilige software had overgeslagen.

Maar die Windows-software is toch maar een lapmiddeltje. Want echt betrouwbaar scannen? Dat doe ik dus nog altijd met mijn oude trouwe printer. Die is misschien half stokdoof en kreunend van de reuma, maar hij kent mij en ik ken hem.

En dat voelt die jonge Canon. Hij kan het niet verdragen. Als ik langsloop, gromt hij als een hond die zijn bak verdedigt. Soms klapt zijn papierlade dicht met een smak alsof hij mijn vingers eraf wil bijten. Ik heb hem al betrapt terwijl hij zijn kabels sissend rond mijn stoelpoten kronkelde, alsof hij me ’s nachts wil laten struikelen. En ik zweer dat hij naar mijn cappuccino gluurt met een blik van: “Nog één keer die ouwe grijze scanner gebruiken, en ik spuug in je schuim.”

Maar goed, zolang ik mijn blogs kan schrijven zonder dat ik ze hoef te printen, laat ik hem in zijn kooi staan. Alleen weet ik zeker: als ik ooit ’s nachts wakker word van geritsel in de woonkamer, dan is het dat monster — niet op zoek naar mijn wifi-code, maar naar mij.

Maar wat hij ook probeert, één ding kan hij niet stukmaken: de stille tevredenheid van mijn oude printer. Die staat er rustig bij, knippert zachtjes met zijn lampje, en lijkt te genieten van zijn tweede jeugd. Alsof hij denkt: laat die jonge blaag maar razen, ik ben misschien oud en versleten, maar ik mag nog meedoen.

En dat besef geeft mij stiekem ook een glimlach. Misschien geldt dat niet alleen voor printers.