De Stilte van Twee

Gepubliceerd op 10 oktober 2025 om 08:08

Vooraf
Soms schrijf je iets dat te dichtbij komt.
Niet omdat het over ziekte gaat, maar omdat het over de mensen errónd gaat — over hoe moeilijk het is om samen oud te worden, elk met je eigen pijn, je eigen manier van omgaan met verlies.

Ze zeggen altijd: “je moet vechten tegen kanker.”
Maar eerlijk gezegd, het is niet alleen die kanker waar je tegen vecht.
Je vecht tegen alles, tegen vermoeidheid, tegen de stilte in huis, tegen de kleine scheurtjes in het leven van elke dag, tegen die godverdomse mallemolen in je hoofd. 
Soms lukt dat aardig, en soms heb ik het gevoel dat ik die strijd stilaan aan het verliezen ben.

Misschien is dat waarom ik dit geschreven heb, nu, in de nachtelijke uurtjes. Niet om te klagen, niet uit verwijt, maar gewoon omdat het dan weer allemaal op me afkomt.
En omdat er momenten zijn waarop zelfs de liefde wat adem tekort krijgt.


De stilte van twee

Vijftig jaar samen. Dat klinkt als een medaille, maar soms voelt het meer als een ketting van gewoontes die steeds zwaarder rond je nek hangt.
We kregen een uitnodiging van het gemeentebestuur — een feest voor de senioren, met koffie, taart en muziek van toen we nog knieën hadden die meewerkten. Ik keek er naar uit. 
“Veel te druk,” zei ze, na wat foto’s van vorig jaar gezien te hebben. “Maar als jij wil gaan, dan gaan we wel hoor.”
En dan weet je: dat is geen uitnodiging. Dat is een gesloten deur met een beleefde glimlach ervoor.

Dus bleven we thuis.
Zoals we dat steeds vaker doen.
Geen volk meer over de vloer, want bezoek vraagt voorbereiding, en voorbereiding vraagt energie, en energie is iets wat ze enkel nog heeft voor zorgen. Zorgen om pijn, zorgen om het huis, zorgen om mij. En ik, pfff , ik trek het allemaal niet meer. Ik draag mijn eigen vermoeidheid al als een volle rugzak.

Zij vereenzaamt, en ik kijk toe.
Ik probeer haar te bereiken, maar elke poging strandt in een discussie over wat ik verkeerd zeg of verkeerd bedoel.
Het is niet dat de liefde weg is — ze is er nog, maar ze beweegt niet meer.
Ze zit vast in een huis dat te stil geworden is, tussen muren waar elk woord weerkaatst.

Soms denk ik: het ergste aan ouder worden is niet dat je lijf aftakelt, maar dat het leven tussen twee mensen langzaam doodbloedt, terwijl ze allebei nog ademhalen.

Nabeschouwing
Nou, ik weet wel dat het leven nu eenmaal zo gaat.
Na al die jaren leer je ermee omgaan, je relativeert wat, haalt je schouders op en maakt er het beste van.
Meestal lukt dat ook. Een wandeling, een cappuccino, een babbel op het forum — en het leven trekt zich weer recht.

Maar er zijn dagen dat het niet lukt. Dagen, of nachten,  waarop de stilte te dik wordt en alles wat je zegt verkeerd valt.
Dan zit het even te hoog, zoals nu. Niet omdat de liefde weg is, maar omdat ze soms geen lucht meer krijgt.

En toch, onder al dat moeizame, blijft er iets warms gloeien.
Niet het vuur van vroeger, maar een klein vlammetje dat koppig blijft branden, gewoon omdat het dat al vijftig jaar doet.
En misschien is dat — met al z’n scheuren en zuchten — nog altijd genoeg.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.