Rucken

Gepubliceerd op 23 oktober 2025 om 11:28

Rucken, niet rukken

Er zullen hier best nog wat lezers zijn met een ietwat dirty mind, en voor hen wou ik even uitdrukkelijk zeggen:
wat volgt gaat over rucken, niet rukken.
Hoewel het allebei wat zweten kan veroorzaken, en je er in beide gevallen achteraf een voldaan gevoel aan overhoudt, is het toch iets heel anders.

Rucken — met de ‘u’ van rugzak — is de nieuwste fitnesstrend voor wie te oud, te stijf of te slim is om nog te joggen.
Het komt van het Engelse rucking: wandelen met een rugzak vol gewicht.
Geen gewichten in de sportschool, geen opgepompte personal trainers met tandpasta-smile, maar gewoon jij, een stevige tas en wat halters of flessen die eindelijk nog eens een doel in het leven krijgen.

Je beweegt, je hartslag stijgt, je krijgt frisse lucht — en dat allemaal zonder dat je je kuiten aan flarden loopt.
En dat laatste mag je letterlijk nemen: die verdomde kuitspier blijft maar zeuren, geneest niet zoals ik wil.
Joggen is daardoor meer strompelen dan lopen geworden, en bij de minste misstap voel ik het dagen nadien nog.

En nu heb ik het dus gevonden: rucken, méér is dan gewoon wandelen, maar minder suïcidaal dan joggen: 
Onlangs ben ik ermee begonnen: Rustig, eerst vijf kilometer met acht kilo op de rug.
Flauwekul, dacht ik, dat kan ik met twee vingers in de neus.
Nou, dat bleek optimistisch. Na een halfuurtje voelde ik spieren waarvan ik vergeten was dat ze bestonden — vooral die tussen mijn schouders, die protesteerden alsof ze jaren met brugpensioen waren.

Maar het fijne is: het werkt. Je hart pompt, je rug draagt, je spieren kraken, je benen stappen, en toch voel je niet die vernietigende klap zoals bij joggen.

En je maakt vooruitgang. Want kijk: vandaag 8,5 kilometer met 13 kilo.

Waar joggen alleen maar bergaf ging, heb ik hier dus iets gevonden waarin ik opnieuw kan verbeteren. Niet sneller, niet heroïscher, maar beter.
En dat doet iets: het geeft weer zin, een doel, een klein stukje trots dat ik kwijt was.

Rucken heeft me terug plezier gegeven. Het gevoel dat er nog rek zit in wat ik kan, dat er nog iets is om naartoe te werken.
Het is geen aftakeling, het is aanpassing met stijl.
Trager, ja. Minder heroïsch, ook. Maar verstandiger, zachter, en — eerlijk is eerlijk — veel vriendelijker voor een lijf dat al genoeg oorlog gezien heeft.

En elke keer dat ik thuiskom, bezweet maar voldaan, denk ik: zie je wel, het lukt nog altijd.
Niet omdat ik mezelf voorbijloop, maar omdat ik mezelf heb ingehaald.
En laat de etterbakjes maar komen, ik ruck ze er wel uit

------
Nou, zodra die verdomde kuitspier zich weer een beetje gedraagt, ga ik tussendoor best nog wat joggen, hoor.
Maar rucken? Dat is een blijvertje.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.