 
                    Het stond dus in de krant
Volgens een stelletje serieuze wetenschappers — en dat meen ik letterlijk, ze hebben allemaal een baard, een telescoop en een bril met drie dioptrieën verschil tussen links en rechts — bevinden wij ons mogelijk in het binnenste van een zwart gat.
Niet figuurlijk, hé. Niet omdat de wereld naar de vaantjes gaat, de politiek een komedie is en mijn geheugen een vergiet, maar écht: fysisch, astronomisch, mathematisch. Ons hele universum, van cappuccino tot constellatie, zou zich afspelen binnenin de ingewanden van een kosmisch kolkend zwart gat.
En daar zit dus alles in: jij, ik, mijn campertje, en zelfs dat pakketje dat Bol.com al drie weken “onderweg” noemt. Alles suist vrolijk rond in een gigantische ruimtetol die ooit begon als een ster met overgewicht en nu doet alsof ze een universum is.
Ik heb even op m’n gemak zitten nadenken over die theorie. En eerlijk: ik vind ze niet eens zo gek.
Want als ik naar de wereld kijk, zie ik overal tekenen dat ze gelijk kunnen hebben.
Mijn brievenbus slorpt post op die nooit meer terugkeert — een miniatuur zwart gat. Mijn sokken verdwijnen op onverklaarbare wijze in de wasmachine — wormgaten, ongetwijfeld. En mijn geheugen? Dat is al jaren een zwaartekrachtval waar alles in verdwijnt wat ik ooit heb geweten.
Volgens de onderzoekers ontstaan in elk zwart gat weer nieuwe universa — een soort Russische matroesjka’s. Nou, dan vermoed ik dat er in mijn maag ook minstens drie parallelle universa huizen: één voor wijn, één voor kaas, en één voor het dessert dat ik niet had moeten nemen.
Het idee heeft trouwens iets troostends. Als we allemaal binnenin een zwart gat leven, zijn we technisch gezien al dood — maar dat maakt het leven plots veel eenvoudiger.
Je hoeft niet meer te piekeren over het hiernamaals: dat is gewoon het volgende zwarte gat waar we in tuimelen.
Ik heb dus besloten het positief te bekijken: misschien is dat “zwarte gat” gewoon de logische eindbestemming van elk Belgisch huishouden: alles verdwijnt erin — tijd, geld, energie, verstand — en tóch blijft het bestaan.
En als ik straks bij mijn volgende doktersbezoek weer hoor dat “we toch eens opnieuw moeten onderzoeken hoe diep het allemaal zit”, zal ik gerust glimlachen.
Want ik weet het nu: het is geen tumor, het is een universum in wording.
PS
Het desbetreffend artikel was deze ochtend verschenen in de krant De Morgen. Helaas alleen voor abonnees.  
Maar voor hen die geen last hebben van een chemobrein, heb ik het artikel even gekopieerd. Kan je hier vinden