Nou, dat werd tijd.
Bleek dus dat je in dit land niet alleen moet sparen om te kunnen léven, maar tot voor kort ook om netjes te kunnen dóódgaan.
Ja, echt waar: tot nu moest je, als je koos voor euthanasie, daar zelf voor betalen. Alsof de laatste rekening nog even moest binnenrollen om het dossier compleet te maken. “U sterft op donderdag, meneer? Prima. Dan graag tegen woensdag de overschrijving in orde brengen.”
Maar vanaf nu is het dus wél gratis. Vandaag gelezen op VRT Nieuws. De mutualiteit springt bij.
Voor het RIZIV is dat 180 euro en 24 cent waard.
Zeg nu zelf: dat is nauwelijks de prijs van een onderhoudsbeurt voor een wasmachine, maar het dekt wél alles — van de spuit tot het papierwerk. En dat laatste is belangrijk, want sterven zonder formulier is in België nog altijd onvergeeflijk.
Toch blijft het een vreemd idee, dat de dood nu ook een tarief heeft gekregen. Ik vraag me af of er binnenkort supplementen volgen:
-
Met zachte woorden toegesproken: + €15,80
-
Met hand vasthouden: + €9,60
-
Met achtergrondmuziek naar keuze: forfaitair bedrag afhankelijk van Spotify-abonnement
Nou, het supplement voor een laatste tas cappuccino, daar wil ik graag voor bijbetalen hoor.
Maar goed, laat ons eerlijk zijn: ik vind het vooral geruststellend dat niemand zijn laatste cent nog hoeft uit te geven aan zijn eigen vertrek. Dat het eindelijk geregeld is, fatsoenlijk en humaan.
En ergens — diep vanbinnen — hoop ik dat die arts, die voor die 180 euro de spuit klaarmaakt, beseft dat het voor de patiënt onbetaalbaar is.