Tussen Twee Cijfers in

Gepubliceerd op 6 november 2025 om 07:09

Het is alsof je op een bergpad loopt waar de mist even optrekt.
Je ziet nog altijd geen top, maar tenminste weet je dat je nog niet in het ravijn ligt.

Gisteren nog eens bloed laten prikken. PSA: 0,56.
Niet goed, niet slecht, maar ergens tussen twee werelden in.
De dokter zal zeggen: stabiel. En eerlijk, een PSA van 0,56 is nog best laag — geruststellend bijna. Heel wat kankerlijers zouden ervoor tekenen.
En toch, er knaagt iets.

De afgelopen jaren, tijdens dat hele abiraterone-tijdperk, ging het telkens hetzelfde.
Na elke PSA piek volgde een bestraling en daarna dook de PSA naar beneden als een eend in een vijver: 0,14… 0,12… cijfers waar je nog blij van kon worden.
En dan, na maanden of een half jaar, begon hij weer te stijgen.
Eens boven de 0,5 wist je het wel: nieuw onderzoek, nieuwe scan, en hup — opnieuw bestralen.

Maar nu, vier à vijf maanden na de laatste bestraling, gebeurt er niks.
Geen daling, geen stijging, gewoon blijven hangen: 0,56, 0,54, nu weer 0,56.
Alsof mijn lijf wil zeggen: ik doe mijn best, maar ik geloof er zelf ook niet helemaal meer in.

En hoewel ik er voorlopig nog niet slechter van slaap, merk ik hoe frustrerend het is om je leven te laten bepalen door cijfers achter de komma.
Een tiende omhoog en de dag is bedorven, een tiende omlaag en je denkt dat je de loterij gewonnen hebt.
Het is vreemd hoe snel hoop en ongerustheid kunnen dansen op zo’n klein stukje meetlat.

Misschien is dát de ware kunst van het overleven: leren leven tussen twee cijfers in, zonder elke beweging te willen verklaren, zonder jezelf gek te laten maken door wat in wezen gewoon een getalletje op een scherm is.

Ik las ooit ergens:

“Rust is niet de afwezigheid van storm,
maar de stilte in jezelf terwijl het stormt.”

Wel, ik storm zachtjes verder —
met een cappuccino in de hand
en een PSA die doet alsof hij stabiel is.