Het Jaagpad

Gepubliceerd op 29 november 2025 om 08:27

Maar gisteren stonden we in Viersels Gebroekt. Mooi gebied, stil, nat, veel modder. Als d'r in het voorjaar komt heb je lieslaarzen nodig. Of een rubberboot.
Mevr willy stapte, hoe krakkemikkig ook, een tikje te enthousiast voor mij uit. Ik met mijn rugzak, veel te zwaar geladen om mezelf wijs te maken dat ik nog iets ben wat ik eigenlijk niet meer ben.

En dan kwamen we op dat jaagpad langs de Nete.
En daar gebeurde het.

Ze kwamen van alle kanten: joggers: vlot, soepel, jong, oud, mannen, vrouwen, koppels, einzelgängers.
Alles wat ik ooit was, alles wat ik zo lang geweest ben, liep daar voorbij alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

En het deed pijn. Geen poëtische pijn, geen filosofisch inzicht. Gewoon rauwe, bijtende pijn.
Het soort pijn waar je geen woorden op kan plakken, omdat je het voelt in een plek waar geen spieren zitten.

Ik had mezelf wijsgemaakt dat ik vrede had met dat einde-van-het-joggen-verhaal. Dat ik nu een wandelaar was. Een rucker. Iemand die “aanvaardt”.

Blijkt dat ik mezelf maar wat heb lopen wijsmaken.

Want wat men mij ook vertelt over pezen, prednison, hormonale ellende, blessurerisico… dat hart van mij luistert daar niet naar. Dat hart zag alleen benen die wél nog kunnen wat het mijne niet meer durven.

Ik probeerde mezelf nog even te overtuigen: rucken is goed, wandelen is goed, je doet nog genoeg.
Maar dat hielp geen meter.
Want wat je verliest, voel je pas echt als je het terugziet bij iemand anders.

Dus ja.
Ik mis het.
Ik mis joggen tot in mijn botten.
En gisteren besefte ik dat ik dat verlies nog lang ga meesleuren.

Ik stap verder.
Maar het doet verdomd zeer.