Er moet een reden zijn
waarom lichamen breken,
waarom verdwaalde cellen gaan ontsporen,
waarom een leven plots scheef kan vallen.
Er moet een reden zijn waarom.
Er moet een reden zijn
waarom nachten blijven duren,
waarom angst wakker blijft als jij wil slapen,
waarom stilte niet verzacht maar scherper wordt.
Er moet een reden zijn waarom.
De stiltes tussen twee onderzoeken,
de adem die stokt bij elk nieuw woord:
die uren kunnen toch niet zonder reden zijn,
al voelt het nergens warm of fijn.
Er moet een reden zijn
waarom herinneringen wegen
als stenen op onze borst,
waarom zelfs vreugde breekbaar wordt.
Er moet een reden zijn waarom.
Er moet een reden zijn
waarom afscheid te vroeg begint,
waarom je zachtheid zoekt
in een lijf dat scherpe randen krijgt.
Er moet een reden zijn waarom.
De stiltes tussen twee onderzoeken,
de adem die stokt bij elk nieuw woord
die uren kunnen toch niet zonder reden zijn,
al voelt het nergens warm of fijn.
Er moet een reden zijn
waarom hoop blijft knipperen,
waarom we toch weer opstaan, jij en ik
en blijven liefhebben, tegen alles in.
Er moet een reden zijn waarom.
Er moet een reden zijn waarom.