Afscheid nemen

Gepubliceerd op 27 december 2025 om 08:15

Het overvalt me soms.
Niet elke dag. Niet voortdurend. Maar ineens is het er. Zonder waarschuwing. En tijdens de feestdagen komt het sneller binnen, harder en scherper.

Dat gevoel van voortdurend afscheid nemen. Niet achteraf, maar terwijl het nog bezig is. Terwijl mensen nog praten, nog antwoorden, nog grapjes maken. Terwijl alles aan de buitenkant nog min of meer normaal lijkt.

Ik lees, ik schrijf. Dagelijks. Dat helpt. Kanker.nl is een enorme uitlaatklep. Zonder dat forum zou ik in een zwart gat vallen,. Dan had ik mijn account al lang opgeheven.

Maar tegelijk is het forum ook een plek van afscheid. Constant. Onophoudelijk.

En dat is moordend.

Je leert mensen kennen. Je praat. Je lacht soms zelfs. Je deelt banale dingen, kleine overwinningen, stomme kwaaltjes, ergernissen, hoop. En voor je het goed en wel beseft, noem je ze vrienden. Niet omdat je dat woord licht gebruikt, maar omdat het klopt. Omdat er verbinding is.

En dan begint het schuiven.
Iemand schrijft minder.
Iemand antwoordt trager.
Iemand klinkt anders.
Iemand zegt plots dingen die je herkent, maar liever niet herkent.

Je ziet aftakeling gebeuren terwijl je antwoordt. Geen abstract verhaal, geen statistiek, maar mensen van vlees en bloed, met wie je gisteren nog zat te chatten. Mensen die afglijden. Moeilijk. Ongrijpbaar. Onrechtvaardig.

Ik zit op dit moment nog te chatten met iemand met wie ik de voorbije maanden een band heb opgebouwd. Een fijne man. Warm. Intelligent. En terminaal. Hij glijdt af, en dat met de nodige ellende. Dat doet pijn. Niet een beetje. Veel. Omdat je erbij zit. Omdat je het ziet. Omdat je niets kunt doen, behalve aanwezig zijn.

En toch blijf je.
Omdat weggaan voelt als laten vallen.
Omdat afstand nemen voelt als verraad.
Omdat je weet hoe het voelt om alleen te zijn met dit alles.

Volgende maand is er weer een samenkomst. Een kamanido. Gaat leuk worden.
Maar toch, ergens weggestopt in een uithoek van je hoofd — ver genoeg om niet te storen — sluimert die gedachte dat de groep er over een jaar anders zal uitzien. Dat er sommigen niet meer zullen zijn. Of al op weg daarnaartoe.
Dat is geen pessimisme. Dat is realisme. Je hebt het al eerder ervaren

Hoe onderhoud je dan banden?
Hoe noem je iemand een vriend, terwijl je weet dat de tijd tegen hem werkt?
Hoe investeer je in mensen als er geen toekomst is om naar te bouwen?

Nou, de deelt tijd, geen plannen. Aanwezigheid, geen beloftes. Alleen het hier en nu.

Maar het schuurt.
Elke band die je aangaat, draagt zijn eigen afscheid al in zich.

Je rouwt niet achteraf. Je rouwt terwijl je nog praat, nog lacht, nog typt.

Zelf zijn we nog niet zover. Die kanker zit in mijn lijf, ja. Hij groeit. Hij geeft me kopzorgen.

Maar het echte gewicht zit elders.

In dat voortdurend afscheid nemen.
En tijdens deze dagen, waarin de wereld doet alsof alles warm en rond is, voelt dat gewoon extra scherp.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.